Om 5:00 uur gaat de wekker. Het begin van een hele lange dag. Om 5:45 uur halen Bianca haar ouders ons van huis op en brengen ze ons naar het hoofdstation, vanwaar we per trein naar Schiphol vertrekken. Op Schiphol aangekomen kunnen we meteen inchecken zodat we daarna nog ruimschoots de tijd hebben voor de laatste boodschappen (fotorolletjes, tijdschriften etc.).
Voor het eerst vliegen we met EVA air (Taiwan). Een vrij eenvoudig vliegtuig zonder TV-schermen in de stoelen en toevallig zitten we ook nog eens bijna recht onder het normale TV-scherm. Het eten is echter prima. Als warme snack krijgen we een noodle-soepje (met stokjes!).
Na een vlucht van 10 en half uur landen we om 4:15 uur plaatselijke tijd - in Nederland is het nu 23:15 uur - op het vliegveld van Bangkok. Nadat we eindelijk onze bagage van de band hebben gehaald gaan we op zoek naar een loket waar we eventueel een binnenlandse vlucht naar Chiang Mai kunnen boeken. We hebben geluk en kunnen met de vlucht van 6:30 uur mee. Dat we zo’n goede aansluiting zouden kunnen krijgen hadden we niet verwacht. Onze slaap stellen we dus maar weer even uit.
Om 7:40 uur landen we op het vliegveld van Chiang Mai en laten we ons door een taxi naar een guesthouse brengen dat ons is aangeraden door een collega van Bianca. De kamer is zeer eenvoudig, maar voldoende. Daar is de prijs dan ook naar. We betalen 150 Baht (ongeveer 4 Euro) per nacht voor een kamer met eigen badkamer.
Ondanks dat de dag al begonnen is in Chiang Mai duiken wij nog even ons bed in tot een uur of 12.
Nadat we ons hebben gedoucht lopen we vervolgens de stad in. We moeten vandaag gaan nadenken over onze planning. We hebben maar twee weken en we willen natuurlijk zoveel mogelijk zien. Vast staat dat we naar het Thai Elephant Conservation Centre in Lampang willen. Er zijn geen standaard excursies hier naartoe, maar ons guesthouse wil wel een privetour voor ons regelen voor 1200 Baht per persoon. Na navraag bij diverse reisbureautjes zijn we er uit: morgen gaan we gewoon zelf met het openbaar vervoer naar Lampang, overmorgen (zaterdag) doen we een trekking en zondagavond gaan we met de nachttrein terug naar Bangkok. Een en ander wordt uitstekend geregeld door ons guesthouse.
Nadat onze planning rond is lopen we nog wat rond door de stad en bezoeken we o.a. een van de vele tempels (Wats).
‘s Avonds bezoeken we de beroemde Night Bazaar van Chiang Mai. Deze bestaat uit misschien wel honderden kraampjes met allerlei koopwaar, welke voornamelijk bestaan uit Thaise zijde en (namaak-)merk T-shirts. Als echte Hollanders laten we ons leiden door de lage prijzen en kopen we het een en ander. Het afdingen gaat soms wel erg makkelijk, dus waarschijnlijk betalen we nog steeds teveel, al is het een fractie van wat je in Nederland zou moeten betalen.
Om 20:30 uur duiken we ons bed weer in, want om 6:00 uur willen we opstaan om op tijd met de bus richting olifanten te gaan.
Beiden hebben we een onrustige nacht. We worden vaak wakker met knallende hoofdpijn en we hebben last van de hitte. Desondanks slapen we door beiden wekkers heen en worden we pas om 8:20 uur wakker! Snel de rugzak inpakken en naar de bushalte lopen (ongeveer 2 kilometer). De bus vertrekt om 9:20 en om 11:00 komen we aan bij de bushalte van het Elephant conservation Centre. We hebben ruim anderhalf uur in de bus gezeten voor 35 Baht per persoon.
Vanaf de bushalte is het nog ruim twee kilometer lopen voordat we daadwerkelijk bij het centrum zijn. Daar aangekomen blijkt dat we de olifantenshow net hebben gemist, maar we hebben geluk: omdat het weekend is is er nog een extra show om 13:30 uur.
Dan eerst maar een ritje op de olifant. Een uur lang zitten we op een bankje op de olifant en sjokken we door het bos. De mahout (verzorger van de olifant) zit vlak achter de oren van het beest. We staan versteld van de geluiden die een olifant kan maken. Regelmatig horen en voelen we het onder ons trillen als een klein motortje. Eigenlijk vinden we het wel jammer dat we op zo’n duf bankje moeten zitten in plaats van zelf achter de oren te mogen zitten.
Nadat we na de rit een hapje hebben gegeten in het Thaise restaurantje komen we erachter dat we ook rijles kunnen krijgen op een olifant. Dat is precies wat we willen! Maar eerst gaan we naar de show. Onvoorstelbaar wat je die beesten allemaal kunt leren. Na een aantal ‘grappige’ kunstjes laten de mahouts zien hoe de olifanten zinvol kunnen worden ingezet voor het werk in de bossen. Jammer dat er steeds minder werk is voor de olifanten met alle nadelige gevolgen van dien.
Na afloop van de show mogen we de olifanten bananen en suikerriet voeren. Daarna gaat onze eerste echte olifantenrijles beginnen. We krijgen beide een ‘eigen’ olifant en leren eerst hoe je op zo’n beest moet klimmen. Op commando tilt de olifant zijn voorpoot op zodat je deze als trapje kunt gebruiken. Daarnaast gebruik je een oor als houvast. Verder leren we het beest te laten lopen, stoppen en besturen. Ik leer ook nog om via de kop op en af te stijgen, de olifant te laten zitten en om me een stok aan te geven die op de grond is gevallen terwijl ik op z’n rug zit.
Natuurlijk kent de olifant gewoon alle commando’s en luister hij meer naar zijn mahout dan naar mij, maar toch is het geweldig om dit eens mee te maken. Na afloop van de les blijven we nog een tijdje napraten en olifanten ‘knuffelen’. Hoe vaak in je leven krijg je deze kans?
We gaan nog even wat drinken en raken aan de praat met twee Deense meiden die een driedaagse mahout training doen op het centrum (5000 baht per persoon). Als we van tevoren van deze training hadden geweten was het misschien ook wel iets voor ons geweest.
We lopen nog even naar het babyolifantje wat we eerder op de dag hadden zien staan en vervolgens wandelen we weer naar de hoofdweg richting bushalte. Gelukkig krijgen we halverwege een lift van een pick-up truck. We moeten ruim een half uur wachten tot de bus komt, die ook nog eens bomvol zit. Het grootste deel van de anderhalf uur durende reis moeten we staan. Als we eindelijk in Chiang Mai aankomen zijn we doodop en het is hard beginnen te regenen. We nemen daarom een Túk-Túk naar het guesthouse.
Nadat we ons hebben opgefrist lopen we weer richting night bazaar en ook nu komen we niet met lege handen terug (dienblad 150, 5 T-shirts voor 600 baht).
We vielen pas laat in slaap, maar we hebben redelijk geslapen. Na een continental breakfast in het guesthouse worden we om 8:15 uur opgehaald voor onze dagtocht. Nadat we de andere vier deelnemers van deze tour hebben opgehaald komen we na een uur aan bij de olifanten. De giganten staan al gezadeld op ons te wachten tussen de weg en de rivier. Zodra we op het bankje zitten gaan we door de rivier om vervolgens de heuvels in te gaan. Onze mahout stapt al vrij snel van de olifant af en drijft hem vanaf de grond op. De olifant is dus nu zonder bestuurder en daarom ga ik meteen van het bankje af en op de olifant zijn kop zitten. We hebben immers toch rijles gehad gisteren. De rest van de rit blijf ik hier ook zitten. Onderweg kunnen we bananen kopen voor de olifanten. We kopen twee trossen en voeren deze terwijl we nog op zijn rug zitten. Grappig om te zien hoe de olifant zijn slurf naar ons achterover slaat om de bananen van ons aan te pakken.
Nadat we zijn afgestapt lopen we naar een bergdorpje, waar mensen van de Hmong stam wonen (voorheen Meo). Vanaf dit dorpje lopen we bergafwaarts terug naar onze minibus. Na een kort ritje met de bus gaan we lunchen (soep, rijst met groenteprut en ananas en meloen na).
Na de lunch bezoeken we nog kort een Karen dorpje en een waterval. Tenslotte gaan we op een bamboevlot de rivier af. Bijna anderhalf uur varen we over diverse stroomversnellingen terwijl de bestuurder probeert het vlot langs de rotsen te laveren middels een lange, niet erg stevig uitziende, bamboestok. Al met al is het een erg leuke dag geworden.
Bij ons guesthouse (Namkhong, voorheen Ratchada) eten we een warme hap, of beter gezegd: een hete hap. Ik blijk een wel erg 'spicy' gerecht te hebben uitgezocht. Enkele scheppen suiker brengt verlichting.
‘s Avonds gaan we nog eens naar de markt en weer heeft Bianca een nieuwe boodschappenlijst weten samen te stellen zodat we wederom een paar honderd baht armer naar het guesthouse gaan. Nog even een kop koffie, de e-mail checken en dan slapen.
Vandaag hebben we een rustdag. We slapen een keer lekker uit, nemen een ontbijtje van vers fruit en lopen dan rustig naar het centrum. Het enige wat voor vandaag op de planning staat is een Thaise massage. Volgens de Lonely Planet kun je dat goed laten doen bij 'Let’s Relax'. Omdat de Thaise massage hier meer dan twee uur duurt kiezen we uiteindelijk voor een rug- en schoudermassage van een half uur. We worden op een soort stoel gezet waarbij je voorover zit met je buik tegen een leuning en je hoofd in een cirkelvormig kussen. We worden met handen, ellebogen en onderarmen onder handen genomen. Best lekker en een leuke ervaring.
Weer hebben we geluk vandaag. Omdat het zondag is wordt na 12 uur de straat waar wij vaak doorheen lopen afgezet voor verkeer en wordt de straat een grote markt. Hier worden onder andere voetmassages aangeboden voor 19 Baht per 10 minuten. Dat willen wij wel eens proberen! We worden in een strandstoel geparkeerd en onze voeten worden een voor een ingesmeerd met een of andere glibberige crème. Vooraf waren we bang dat dat gefriemel aan de voeten erg zou kietelen, maar dat valt mee. Het was voornamelijk een pijnlijke ervaring. Maar goed dat we voor een massage van slechts 10 minuten hebben gekozen.
Nadat we in het guesthouse hebben gegeten gaan we nog een laatste keer naar de avondmarkt, deze keer voor twee zijden stropdassen (190 Baht). Om 20:30 uur worden we naar het station gebracht voor de nachttrein naar Bangkok. Deze zou om 21:25 uur moeten vertrekken, maar dit wordt uiteindelijk een uur later. Sowieso is het erg chaotisch op het station. Het spoorwegpersoneel beantwoordt iedere vraag met ‘ja’ en verschaft weinig duidelijkheid. Gelukkig komen we uiteindelijk in de juiste wagon terecht waar we onze bedden al opgemaakt vinden. Omdat we regelmatig hebben gelezen dat er bagage wordt gestolen tijdens dergelijke treinreizen maken we onze rugzakken stevig vast en gebruik ik mijn handbagage als hoofdkussen. Achteraf lijkt het allemaal wel mee te vallen, maar je kunt beter maar iets te voorzichtig zijn.
Ondanks de warmte en het lawaai in de trein slapen we nog redelijk. Bianca en ik slapen schuin tegenover elkaar, maar als tegen 9:00 uur mijn bed wordt opgeklapt en het bed van de benedenbuurvrouw wordt omgebouwd tot twee stoelen komt Bianca bij mij zitten tot we tegen 12:00 uur eindelijk aankomen in Bangkok.
We hebben ondertussen besloten dat we vandaag meteen willen doorreizen naar Kanchanaburi, 130 km ten westen van Bangkok. Met een taxi gaan we van het Hualamphong station naar het Thonburi (Bangkok Noi) station. Op Hualamphong was het erg druk en onze taxichauffeur dacht hier even munt uit te kunnen slaan door zijn meter niet op 0 te zetten (dus niet!). Het verkeer in Bangkok is zeer chaotisch. Iedereen zit bovenop elkaar en degene met het meeste lef heeft voorrang. Je moet hier dan ook niet bang zijn voor een krasje op je auto.
Om 13:55 uur vertrekt de trein naar Kanchanaburi en komt, na nog een keer te hebben moeten overstappen, om 17:00 uur aan op de plaats van bestemming. In de trein zijn we al benaderd door iemand van C&C guesthouse. Dit is hetzelfde guesthouse dat Bianca’s collega al had aanbevolen, dus de keus is gauw gemaakt. Het guesthouse ligt aan de rivier en wij slapen in een eigen bamboehuisje.
Er is een groot roze muskietennet aanwezig in de kamer, dus hoeven we niet bang te zijn om gebeten te worden. De koffie en thee bij het ontbijt is niet te zuipen. Gisteren tijdens het eten viel het ons ook al op dat hier overal een chemisch smaakje aan zit.
Vandaag gaan we met een tour mee. Samen met 5 andere mensen worden we achterop een pick-up truck naar de Erawan watervallen gebracht. Deze waterval bestaat uit 7 verschillende niveaus. Uiteraard lopen wij helemaal naar boven om vooral niets te missen. De eerste paar niveaus zijn gemakkelijk te bereiken, maar naarmate we hoger komen moeten we soms over boomstammen klimmen en door het water waden. Op de terugweg gaan we bij de tweede waterval nog even zwemmen. We waren er al voor gewaarschuwd, maar toch voelt het erg raar: visjes die aan je benen gaan sabbelen. Zodra je met je benen in het water komt komen er tientallen kleine visjes om je benen zwemmen en aan je voeten zuigen/knabbelen. Echt prettig voelt het niet want het zijn soms venijnige prikjes, vooral onderaan je voeten of tussen je tenen. Wanneer je eenmaal zwemt heb je geen last meer van de visjes.
Na de lunch, een bakje koude rijst met groente en ei, worden we weer in de pick-up truck gezet. Een aantal tours lopen waarschijnlijk door elkaar heen en met mobieltjes proberen de chauffeurs zo goed mogelijk iedereen naar de juiste plek te krijgen. Onze medepassagiers moeten terug naar Kanchanaburi voor de bus naar Bangkok, maar wij gaan eerst nog naar de Hellfire pass. Dit laatste tot groot ongenoegen van vooral de Israelische passagiers die meteen terug willen naar Kanchanaburi. We laten onze chauffeur dit probleem lekker oplossen en gaan het Hellfire Pass museum in.
We moeten bekennen dat we eigenlijk weinig weten van wat er tijdens WWII is gebeurd, buiten de bezetting van de Duitsers in Europa. Wat dat betreft hebben de vroegere Oud-Indië strijders gelijk wanneer zij vinden dat er in Nederland te weinig aandacht is besteed aan de strijd die hier in Azië is gevoerd. Alleen al aan de bouw van de Death Railway hier in Thailand hebben ongeveer 18000 Nederlandse krijgsgevangenen gewerkt, waarvan 2830 het niet hebben overleefd.
Nadat we het museum hebben bekeken lopen we naar de daadwerkelijke Hellfire pass. Dit is een van de zeven passen die door voornamelijk Australische krijgsgevangenen uit de bergen zijn gekapt. Ruim 70% van deze arbeiders vonden hier de dood.
Na het bezoek aan de Hellfire Pass Memorial brengt de gids ons naar het station voor een treinrit over de beruchte spoorlijn. Helaas blijkt de trein defect en worden wij achtergelaten bij een nieuwe gids. Deze levert ons vervolgens weer af bij een andere groep mensen die evenals wij een bezoek aan het Tiger Conservation Centre gepland hebben staan. Dit blijkt een erg gezellige groep te zijn. Onderweg, terwijl we achter op de pick-up truck zitten, waait de bril van een engelse jongen van zijn hoofd en gaan we met zijn allen de berm afzoeken. Helaas zonder resultaat.
Bij het Tiger Conservation Centre ontmoeten we in een soort groeve een monnik met een paar leerlingen en drie loslopende tijgers. Een van de tijgers wordt naar onze groep toegebracht en krijgt een bak melk en terwijl poes zijn melk drinkt mogen wij hem een voor een aaien. Mede door de sfeer (steengroeve, monniken in oranje gewaden) een vreemde ervaring. We lopen nog even verder om nog wat andere dieren te bekijken, waaronder een erg lief aapje die we uitbereid kriebelen.
Op de terugweg komt de monnik net uit de groeve met de tijger aan een riem. Onze gids zorgt ervoor dat wij ook nog even met de tijger mogen wandelen. Terug bij de pick-up truck scheiden wij ons ook weer van deze groep en worden wij naar ons guesthouse in Kanchanaburi gebracht. Deze, wat chaotische, manier van werken blijkt kenmerkend te zijn voor de tours van C&C guesthouse. Zolang je je hier niet aan ergert heb je een leuke dag.
‘s Avonds gaan we eten bij Apple’s Guesthouse. Deze staat erg goed beschreven in de Lonely Planet en dit kunnen we inderdaad bevestigen.
In onze hut lezen we nog wat en gaan dan slapen. ‘s Nachts worden we wakker door de intieme activiteiten van onze buren. Bianca, die in de vakantie vaak met oordoppen slaapt, dacht dat ze een pauw hoorde en heeft er verder niets van meegekregen. Ik heb de twee sessies, slechts gescheiden door een korte pauze waarin een liedje werd gezongen, volledig moeten meemaken. Na een ferme ‘I Love youououou’, maakten de manspersoon en zijn ’fucking bitch’ er een einde aan.
Vandaag hoeven we pas om 15:30 uur te vertrekken voor onze VIP-bus naar het zuiden en dus hebben we nog alle tijd om Kanchanaburi te bekijken. We pakken twee fietsen van ons guesthouse en gaan ontbijten bij Apple’s guesthouse waar ze heerlijke bananenpannenkoeken hebben. Hierna fietsen we naar het Jeath museum. Jeath is een verwijzing naar Death (Death Railway) en is samengesteld uit de landen die hierbij betrokken waren, nl. Japan, Engeland, Australië, Thailand en Holland. Het is een eenvoudig en kleinschalig museum, maar de foto’s en verhalen zijn indrukwekkend.
Aansluitend fietsen we naar het vlakbij gelegen Allied-War Cemetry. Op deze perfect onderhouden begraafplaats liggen o.a. enkele honderden Nederlanders. Een vreemd idee dat zoveel Nederlanders zo ver van huis zijn omgekomen. De begraafplaats staat in schril contrast met de Japanse begraafplaats, wat helemaal is overwoekerd door struikgewas. Niet verwonderlijk overigens, gezien het leed wat de Thai is aangedaan door de Japanners.
Tenslotte fietsen we naar de brug over de River Kwai die even buiten het dorp ligt. Eigenlijk is de naam verkeerd, want de brug ligt over de rivier Mae Klong. Bovendien waren er eigenlijk twee bruggen. Er is (of beter gezegd 'was') namelijk, naast de huidige metalen brug, ook nog een houten brug waar auto’s over de rails konden voor het bevoorraden van beide zijden van de rivier waar de metalen treinbrug werd gebouwd. De naam Bridge over the River Kwai wordt nu meestal gebruikt sinds het boek en de verfilming er van bekend zijn.
Het WWII museum wat vlakbij de brug is gevestigd is nauwelijks de moeite van het bezoeken waard. Als achtergrondinformatie voor Kanchanaburi en omgeving kan men het beste een bezoek brengen aan het Hellfire Pass Museum.
Weer terug bij het guesthouse eten we wat sandwiches en wachten we op de minibus die inmiddels om 16:00 uur moet komen. Wanneer er om 16:00 uur nog geen bus is worden we al een beetje nerveus, want de VIP bus die ons naar Krabi moet brengen vertrekt om 18:30 uur uit Bangkok. Het vrouwtje van ons guesthouse hangt inmiddels aan haar mobieltje en om 16:15 uur moeten we met spoed naar het centrum worden gebracht, want ze heeft een andere bus geregeld. Aangezien er op dat moment niemand in het guesthouse aanwezig is die auto kan rijden worden we achterop de motor (met rugzakken en al) naar het centrum gebracht. Om 16:30 uur worden we inderdaad opgepikt door een busje vol Thai. De resterende twee uur die nog over zijn om op tijd in Bangkok te komen lijkt nu wel erg krap. De chauffeur van het busje doet echter erg zijn best, maar in Bangkok aangekomen is het een en al file. Totaal onverwacht worden we midden op een markt uitgeladen. De chauffeur wijst ergens richting de andere kant van een erg drukke rotonde en zegt dat daar het busstation is. We zijn inmiddels al 5 minuten te laat. We rennen de rotonde over en zien gelukkig twee grote tourbussen staan die ook nog eens naar Krabi gaan. Helaas kent niemand het reisbureau waar C&C guesthouse onze trip heeft geboekt. We worden verwezen naar een parkeerplaats 50 meter verderop, waar ook een aantal groepen mensen op de bus wachten. Gelukkig vinden we een 'regeldame' met een mobieltje die voor ons gaat bellen. Ze meldt ons dat we worden opgehaald door iemand van het juiste reisbureau. Na niet al te lange tijd worden we inderdaad door iemand opgehaald die ons naar een minibusje brengt, welke ons vervolgens weer naar de VIP bus brengt. Deze staat op ons te wachten en om 19:15 uur zitten we bezweet maar voldaan in de bus. De rit verloopt redelijk voorspoedig. Onderweg stoppen we een aantal keer om iets te eten. Minpuntje is de airco die zo hoog staat dat we een trui en een deken nodig hebben om een beetje warm te blijven. Het lukt ons gelukkig om een aantal uren te slapen.
Om 6:30 uur komen we aan in Surattani waar we moeten overstappen in een minibusje die ons naar Krabi brengt, waar we vervolgens om 9:45 uur aankomen. We stappen het eerste het de beste reisbureau binnen en boeken meteen de boot van 10:30 uur naar Ko Phi Phi. Tevens boeken we twee overnachtingen bij Twin Palms a 800 Baht per nacht. Wel veel duurder dan we gewend zijn, maar we krijgen nu ook een luxe kamer met airco, koelkast en TV. De goedkopere kamers waren volgens het reisbureau allemaal vol. Op het eiland aangekomen valt dat volgens ons wel mee, want het aanbod van kamers en huisjes is groter dan het reisbureau deed voorkomen. Toch vind je hier ook prijzen die pas beginnen bij 4 a 500 baht.
Eenmaal geïnstalleerd in onze luxe kamer en weer op adem gekomen gaan we een hapje eten, wat travellers cheques wisselen, boeken we een boottocht voor de volgende dag en gaan we vervolgens op het strand liggen.
Ko Phi Phi wordt ook wel aangeduid als Pee Pee. Als we het water inlopen snappen we waarom: het water is piswarm. We lopen 50 meter het water in en nog staat het water nog maar aan onze knieën, het zal wel eb zijn. Dan maar in het water gaan zitten en zo dobberen we totdat de zon achter de wolken verdwijnt. De zon lijkt plaats te maken voor een tropische regenbui.
Wanneer we een uur later wat willen gaan eten barst de bui los. We schuilen een uurtje bij een internetcafé en als de ergste regen voorbij is zoeken we een restaurant en eten we een Thaise hap, Tom Yam en Pad Thai.
Het centrum van Ko Phi Phi is erg toeristisch. Het is een aaneenschakeling van restaurants, tattooshops, reisbureautjes en winkeltjes. Ook de toeristen zijn hier anders dan in Chiang Mai en Kanchanaburi. Hier in het zuiden draait het meer om de hele 'scene' rond het strandleven. Jongens met wasbordjes, meiden met strakke topjes, in de restaurants worden actuele films vertoond en ‘s avonds zijn er diverse live-bands. Op zich best gezellig, voor even....
‘s Avonds drinken we nog even een kop koffie bij een restaurant aan het water en gaan dan terug naar onze kamer. We hebben tenslotte nog wat slaap in te halen na een nacht in de bus.
Om 9: 00 uur worden we opgehaald van het boekingskantoor en lopen we naar de boot. Van alle kanten komen er meer groepen aan en na het uitdelen van snorkels en flippers worden we uiteindelijk in een aantal longtailboten geladen. Daarna moeten alle boten nog worden voorzien van eten en drinken. Het lijkt alsof men deze excursies voor het eerst doet want hier zijn ze ruim een half uur mee bezig. Om 10:00 uur varen we eindelijk de haven uit. We varen vervolgens om Phi Phi Leh heen en stoppen een paar keer boven mooie snorkelplekken. We leggen aan bij Maya Bay waar de film The Beach is opgenomen. Deze baai is werkelijk een plaatje. Witte stranden, helder water, prachtige vissen en vooral ook prachtige rotsen. De rotsen rijzen bijna loodrecht uit de zee omhoog en hebben toch nog relatief veel begroeiing.
Na nog een keer aanleggen voor de lunch gaan we uiteindelijk nog een laatste keer snorkelen bij Shark Point, vlak voor longbeach en vlak bij de haven van Phi Phi Don. Ik spring uit de boot om vervolgens mijn duikbril op te zetten en mijn flippers aan mijn voeten te doen. Terwijl ik al watertrappend met mijn duikbril klooi voel ik mijn rechtervoet langs iets scherps gaan. Het blijkt dat ik met mijn voet een zee-egel heb geraakt met als resultaat een kleine 100 afgebroken stekels onder in mijn voet. Echt pijn doet het gelukkig niet, het brandt hooguit een beetje, maar ik weet eigenlijk niet hoe je zoiets moet behandelen. De stekels eruit trekken wil niet en erop staan zal wel pijnlijk zijn.
We moeten nog even wachten op de Poolse jongen uit onze groep die nog aan het snorkelen is, maar worden daarna netjes afgezet op het strand bij de kliniek. Het meisje van de kliniek ziet meteen wat er aan de hand is. Het blijkt mee te vallen. Het is niet gevaarlijk en na ongeveer twee weken zouden de stekels opgelost moeten zijn in het lichaam. Wel krijgen we wat in ammonia gedrenkte stukjes verband mee om de verse wondjes te ontsmetten.
‘s Avonds kan ik er al weer voorzichtig op lopen en gaan we eten bij een restaurant waar de film 'The Beach' op dvd wordt afgespeeld. Na afloop wandelen we nog even langs de gezellige winkeltjes en restaurants en gaan we daarna terug naar onze kamer.
We slapen een beetje uit en gaan daarna ontbijten bij een eettentje waar ze broodjes en croissants hebben. Dat zie je hier in Thailand niet zoveel. Daarna gaan we de rugzakken weer inpakken. We hebben nog wel even tijd voordat de boot vertrekt en lopen daarom nog even naar het strand.
Om 11:00 zijn we bij de boot die ons naar Ko Lanta zal brengen. Het is echter bijna half een wanneer de boot eindelijk vertrekt. Tot die tijd worden we beziggehouden door mensen die ons accommodatie op Ko Lanta aanbieden. We kiezen voor Merry Beach Resort die ons voor 150 Baht een bamboehutje op 5 stappen van het strand aanbiedt. Als we in de haven aangekomen worden we opgehaald door een pick-up truck en naar het resort gebracht. De hutjes bevinden zich niet direct aan het strand, maar de mensen zijn erg vriendelijk en we hebben geen zin om verder te kijken.
We nemen een late lunch in het restaurant van het resort en lopen dan naar het strand (50 meter). Er klinkt gerommel van naderend onweer maar een regenbui blijft achterwege. Als we langs een massagesalon lopen besluit Bianca om een Thaise massage te nemen. Er worden op het strand veel massages aangeboden, maar volgens de Lonely Planet is de kwaliteit twijfelachtig. Deze is gecertificeerd door de massageschool van Wat Po in Bangkok, maar is ook iets duurder (1 uur voor 250 Baht).
Tegen vijven laten we ons naar het dorp brengen door de jongen van het resort die ons het hutje heeft verkocht. Ook hier zijn veel reisbureautjes en we kiezen voor de goedkoopste VIP bus naar Bangkok overmorgen (400 Baht per persoon + 200 voor de minibus naar Krabi). We twijfelen nog wat we de volgende dag willen doen. Het strand van Ko Lanta trekt ons niet zo om daar een hele dag te zijn. Er is namelijk nauwelijks schaduw en eergisteren zijn we best een beetje verbrand tijdens onze boottocht. Uiteindelijk besluiten we om toch maar een dagtocht te boeken naar Ko Rok. Dit bestaat uit twee kleine eilandjes ten zuiden van Ko Lanta waar je goed schijnt te kunnen snorkelen. Volgens de folder is er echter ook voldoende tijd om te relaxen op het strand. Alleen de prijs vinden we erg hoog (variërend van 1050 tot 1200 Baht per persoon), maar deze weten we omlaag te brengen naar 930 Baht.
Vervolgens eten we nog wat bij een echt Thais restaurantje aan het water, waarna we om 20:00 weer worden opgepikt door twee jongens van het resort (waarvan er een op roze konijnenpantoffels loopt!).
Na nog een (ijs)koffie is het weer tijd om te gaan slapen.
Vannacht heeft het stevig geonweerd en om 5:00 uur worden we wakker van het geblèr van de plaatselijke moskee. Na een ontbijtje worden we opgepikt door een pick-up truck die ons een paar honderd meter verder op het strand afzet. Hier worden we opgehaald door de speedboat, die ons met 50 km/uur (dat weten we dankzij de GPS) naar Ko Rok brengt.
Vlak voor Ko Rok zien we nog een groep van meer dan 10 dolfijnen. Een prachtig gezicht als de dieren vrijwel gelijktijdig boven water komen. Ko Rok bestaat uit twee eilanden Ko Rok Nok en Ko Rok Nai. Bij Ko Rok Nok gaan we op verschillende plaatsen snorkelen vanaf de boot. De vissen zijn erg mooi, maar niet anders dan bij Ko Phi Phi. Om 12:00 uur leggen we aan bij Ko Rok Nai voor een heerlijk lunchbuffet met vers fruit na. We blijven hier twee uur en hebben de tijd om wat te luieren en in het water te dobberen. Omdat het vandaag erg bewolkt is hoeven we niet zo heel erg uit te kijken voor de zon. Als we weer in de boot zitten om naar de laatste snorkelplek te gaan begint het flink te regenen, maar gelukkig is deze bui snel voorbij. Om 17:00 worden we weer afgezet op het strand van Ko Lanta. We wachten niet op de auto maar gaan lopend weer terug naar het resort.
In tegenstelling tot Ko Phi Phi is het op Ko Lanta absoluut niet druk. Veel resorts zijn aan het bouwen en je ziet er nauwelijks toeristen. De mensen van Merry Beach Resort zijn erg vriendelijk en tonen zich ook erg dankbaar dat we bij hun overnachten.
Nadat we het zout van ons hebben afgespoeld gaan we nog wat lezen voor onze hut en gaan daarna eten. We nemen o.a. knoflookbrood, maar dit is niet zo’n geweldige keus. Het zijn gewoon twee boterhammen met daartussen stukjes knoflook. Wij hebben vast geen last van muggen vannacht.
Na het eten lopen we nog even over het strand. Het is inmiddels donker en alle resorts hebben de bar verlicht met kerstboomverlichting, maar er is geen klandizie te bekennen. Het hoogseizoen moet duidelijk nog komen.
Vandaag vertrekken we richting Bangkok, maar we hebben eerst nog de hele ochtend de tijd voor het strand. Na het ontbijt lopen we daarom eerst een heel eind langs het strand en gaan we nog even van het warme water genieten. Daarna douchen, inpakken en lunchen en om 12:00 uur zal de minibus naar Krabi ons komen oppikken. Het busje komt uiteindelijk ruim een half uur te laat. Nadat we twee keer met de pont het water over zijn gekomen bevinden we ons weer op het vaste land. De chauffeur scheurt als een gek en binnen twee uur zijn we in Krabi.
Ook hier worden we weer van de ene plek naar de andere gebracht en om 16:45 uur, drie kwartier te laat, vertrekt de VIP bus naar Bangkok. Deze keer wel films (o.a. Lord of the Rings), maar slechts een enkele pauze om 23:15 uur. Onderweg stopt de chauffeur wel regelmatig, maar dit is slechts om de airco te repareren die steeds uitvalt. Het lukt ons weer om af en toe wat te slapen zodat we redelijk fit in Bangkok aankomen om 6:30 uur. We worden vlakbij Khao San Road uit de bus gezet. We nemen eerst maar even een ontbijtje van vers fruit, yoghurt en muesli voordat we op kamerjacht gaan. Het wordt uiteindelijk het New Merry V Guesthouse. Een tweepersoonskamer met ventilator en eigen badkamer voor 330 Baht. De kamer is erg kaal en voor Thaise begrippen niet echt goedkoop, maar je hebt in de stad nu eenmaal geen bamboehutjes.
Nadat we ons hebben gedoucht en een beetje zijn gesetteld gaan we meteen weer op pad. Het eerste doel is Wat Po waar de liggende boeddha zich bevindt. Onderweg worden we, zoals zo vaak, aangesproken door een inwoner van Bangkok met de standaard vragen: Where are you going? Where are you from?, How long you are in Thailand? Aah, Holland, Amsterdam or Lotserdam? Etc.
Vijf jonge agenten komen op ons af met de vraag of we een enquête willen invullen. Ze zijn in opleiding voor de toeristenpolitie en doen erg hun best om behulpzaam te zijn, maar ook zij hebben de standaardvragen als How long you stay in Bangkok? Etc.
Een paar stappen verder..'Hello, where are you going?'. Deze behulpzame Thai bevestigt het verhaal van de vorige dat Wat Po gesloten is voor toeristen vanwege het bezoek van de koninklijke familie. In no time heeft hij een ander programma voor ons bedacht. Volgens hem moeten we naar Wat Mai, naar een Thaise markt en daarna naar Wat In. Als we met de Túk-Túk gaan kost ons dit 40 Baht. Omdat we zelf nog niet zo snel een alternatief hebben gaan we dit proberen. De Túk-Túk wordt voor ons geregeld en al snel worden we afgezet bij de eerste tempel, wat overigens niet Wat Mai blijkt te zijn. Ook hier weer behulpzame Thai die ons naar binnen willen hebben. We raken met iemand aan de praat en al snel komt er een Belg bij staan en raakt het gesprek op edelstenen. Het schijnt volgens de twee heren zeer lucratief te zijn om edelstenen te kopen in Thailand om ze vervolgens in Nederland weer te verkopen. Je mag namelijk vijf stuks voor eigen gebruik belastingvrij kopen, terwijl een juwelier er fors belasting (soms 200% van de waarde) over moet betalen. Doordat de juwelier thuis je de helft van deze belasting betaalt heb je beide voordeel. De Belg schijnt zo zijn vakanties naar Azië te bekostigen. We gaan er niet teveel op in. Ten eerste omdat we totaal geen verstand hebben van edelstenen en ten tweede omdat je vaak wordt gewaarschuwd voor dit soort zaken. Het verhaal van de Belg komt overeen met de verhalen waar de Lonely Planet voor waarschuwt: pas op voor verhalen dat je edelstenen thuis voor veel geld kunt verkopen en geloof niet in argumenten als 'government sale'. Exact wat de Belg zei.
Vervolgens willen we ons naar de aanbevolen markt laten brengen. Onze Túk-Túk brengt ons echter eerst naar een zaakje met juwelen en wil ons vervolgens bij een sjieke kledingzaak naar binnen hebben. De chauffeur staat erop dat we naar binnen gaan zodat hij benzinebonnen krijgt. Hier hebben we dus geen zin in. We staan erop dat hij ons naar de staande boeddha brengt en wel nu! Zo niet dan stappen we uit en krijgt hij geen geld. Die markt laten we wel zitten. De chauffeur kiest eieren voor zijn geld en brengt ons naar Wat In.
De staande boeddha is inderdaad erg hoog, maar niet erg mooi. Via een aantal omwegen lopen we terug naar Khao San Road en na wat gegeten te hebben laten we ons met de Túk-Túk naar Wat Traimit brengen, aan de rand van Chinatown. Hier bevindt zich een 2,5 meter hoge boeddha van puur goud (massief). Vervolgens lopen we nog een tijdje door Chinatown. Hier is van alles te zien, van etenswaren (veel vis) to allerlei prullaria. Leuk om door die ontzettend drukke en hele nauwe steegjes te slenteren.
Terug op Khao San Road neem ik mijn eerste Thaise massage van een uur a 140 Baht. Ik kan niet zeggen dat het ontspannend is. De Thaise dame zit venijnig op allerlei drukpunten te drukken en ik word in allerlei standen gedwongen. Regelmatig hoor ik iets kraken en er wordt zo aan mijn hoofd getrokken dat ik bijna door mijn neusgaten kan kijken. Het schijnt beter te worden als je je vaker laat masseren, maar ik denk dat het voor mij hierbij blijft.
Deze ochtend weer vroeg opstaan. We gaan met een tour naar de floating market (150 Baht p.p.). De markt waar wij naartoe gaan ligt ruim 100 km buiten Bangkok. Op de heenweg stoppen we nog bij een plek waar ze suiker maken uit kokosnoten. Het wemelt hier van de touringcars doordat veel georganiseerde reizen dit ook in hun programma hebben. Aangekomen bij de floating market is het al niet anders. We worden eerst in longtailboten geladen die ons via een aantal kanalen naar de drijvende markt brengen. Hier kunnen we voor 100 Baht per persoon overstappen in kleine platte bootjes zonder motor. De markt is een aaneenschakeling van souvenirwinkels waar de toeristen tussendoor worden gevaren. Er zijn slechts enkele bootjes met groente en fruit, het is een grotendeels toeristische attractie. Om het helemaal af te maken vinden we een foto van onszelf terug op een afschuwelijk kitscherig bordje als aandenken aan deze drijvende markt. Het is bijna mooi van lelijkheid. Toch voelen we ons wel een beetje vernederd, dus betalen we snel het losgeld van 150 Baht en stoppen het bordje snel in de tas.
Op de terugweg naar Bangkok stoppen we bij een houtsnijwerkplaats. Het is allemaal heel mooi en erg knap wat ze hier maken, maar wij zitten er niet echt op te wachten.
Achteraf hadden we beter kunnen informeren of er ergens een meer authentieke floating market te bezoeken is.
Terug in Bangkok nemen we een Túk-Túk naar Wat Po. Een erg mooi complex waar o.a. de reclining boeddha ligt. Niet alleen deze gigantische liggende boeddha is indrukwekkend om te zien maar ook de vele chedis (soort torentjes die op de grond staan) op het terrein zijn zeer de moeite waard. Er is een groot contrast tussen de mooie gekleurde omgeving van de boeddhistische tempels en de grauwe straten van de stad. Het is ook goed zichtbaar dat het Boeddhisme een belangrijke plaats inneemt bij de Thaise bevolking. Als een Thai langs een tempel loopt dan zal hij of zij zich altijd even vluchtig naar de tempel omdraaien en groeten. Ook in alle taxi’s vindt je een Boeddha beeldje op het dashboard.
‘s Morgens wemelt het in de stad van de monniken die eten ophalen. Ze lopen allemaal met een grote kom onder hun oranje gewaad en de lokale bevolking komt naar hen toe om eten in de kom te stoppen. Zo zien we op Khao San Road een vrouw naar een monnik lopen. Ze doet haar slippers uit en op blote voeten gaat ze voor de monnik staan en groet hem (handen voor het gezicht gevouwen en een kleine buiging). Vervolgens stopt ze een paar zakjes eten in de kom, buigt weer, doet haar slippers weer aan en loopt weg. Wat we vreemd vinden is dat er helemaal geen woord word gesproken en de monnik toont ogenschijnlijk ook helemaal geen dankbaarheid voor het gekregen voedsel.
Na het bezoek aan Wat Po lopen we naar het aangrenzende Grand Palace. De kledingvoorschriften zijn hier erg streng. De sarong die Bianca om haar middel heeft geslagen mag niet. Ook teenslippers zijn uit den boze. Bij de ingang kunnen er daarom wikkelrokken en sandalen worden geleend. Een paar sokken moet je er ter plekke bijkopen voor 15 Baht. Als we eindelijk binnen het complex zijn blijkt dat we ieder 200 Baht moeten betalen om het paleis en de tempels te mogen zien. We balen van deze voor Thailand extreem hoge entree prijs en omdat we hebben gelezen dat het nogal tegenvalt kopen we geen tickets en gaan we weer weg.
Eigenlijk zijn we gewoon een beetje moe van de stad. Het is er lawaaierig, het stinkt en we komen te veel mensen tegen die van ons willen profiteren. Dat laatse is heel begrijpelijk maar voor ons nogal vermoeiend.
Terug op Khao San Road boeken we daarom een trip naar Pattaya voor de volgende dag. Eigenlijk boeken we alleen vervoer, want de excursie naar het eiland laten we achterwege. Omdat we onze laatste dag hiermee al weer hebben vol gepland kopen we nu nog even de laatste souvenirs. Een wikkelrok en een paar T-shirts.
Terug op de kamer komen we erachter dat we de rok niet bij ons hebben. Shit, natuurlijk laten liggen tijdens het T-shirts passen. We lopen direct weer terug, maar helaas heeft niemand ons plastic tasje met de rok gezien. We balen ervan dat we zo dom zijn geweest maar we gooien het uiteraard ook op de onbetrouwbaarheid van de mensen hier.
‘s Avonds gaan we naar Patpong, de beruchte wijk van Bangkok. Dit schijnt het centrum van het sextoerisme te zijn. Daarnaast is er ook hier een avondmarkt. Als we over de markt lopen zien we inderdaad veel GoGo bars waar jonge Thaise meisjes in bikini op de bar dansen. Op straat wordt je keer op keer uitgenodigd om een van de vele shows te gaan bekijken. De pingpongballen show staat overal boven aan de lijst. Er is ook een straat voor homosexueel publiek, duidelijk gemarkeerd door een groot bord aan het begin van de straat waarop 'Boys' staat.
Onderweg komen we langs een sushibar en we besluiten daar iets te gaan eten. Voornamelijk omdat we het zo leuk vinden dat al die bordjes zo aan je neus voorbij komen op de lopende band. Het eten is hier niet zo geweldig en na een paar bordjes houden we het voor gezien. We nemen de taxi terug naar Khao San Road.
Bianca baalt nog steeds van haar rok en we besluiten daarom gewoon een nieuwe te gaan kopen bij dezelfde winkel. Daar aangekomen blijkt dat we de eerste rok na het betalen domweg hebben laten liggen. De plastic tas met rok hebben ze netjes voor ons laten hangen. We zijn erg blij dat we de rok terug hebben, maar we zijn ook vooral blij dat we ons hebben vergist voor wat betreft de eerlijkheid van de mensen hier.
Om 6:30 uur staan we weer gereed voor de travelagent waar we de bustrip naar Pattaya hebben geboekt. Omdat we nog andere mensen moeten oppikken en we een aantal keer pauzeren zijn we pas 4 uur(!) later in Pattaya. Na alle drukte in Bangkok willen we er vandaag nog even een rustig dagje op het strand van maken en dus laten we ons in de eerste de beste strandstoelen vallen op het strand. Regelmatig komen er verkopers langs met etenswaren, zonnebrillen en wonderdrankjes. Het fruit in Thailand is erg goedkoop en erg lekker en dus laten we ons ananas en pomelo (een soort zoete grapefruit) brengen.
Tegen het middaguur begint het donker te worden en zien we weerlichten boven de stad. Prachtig om te zien, maar voor ons een teken om tijdig het strand te verlaten. We lopen naar een groot winkelcentrum en zijn net op tijd want er komt een enorme plensbui uit de lucht vallen. Zodra het droog is lopen wij weer naar het strand. Ondanks dat het bewolkt is is het nog steeds lekker warm.
Vanochtend hebben we al gekeken naar de parasailers die we vanaf het strand konden zien. De prijs van 400 Baht per persoon valt ons wel mee en we besluiten daarom te gaan parasailen. We worden van het strand afgehaald door een speedboot en naar een ponton in zee gebracht. Hier worden we aan een prachute bevestigd die wordt voortgetrokken door een speedboot. Als de boot gaat varen en het touw strak komt te staan moet je gaan rennen en voor je het weet ga je de lucht in. Het is totaal niet eng en erg leuk. We worden een ronde meegetrokken door de boot en landen weer netjes op het ponton. Terug aan wal nog even zwemmen voordat we weer naar de afgesproken plek gaan waar de bus ons op komt halen voor de terugreis naar Bangkok. Helaas is de bus stuk en kunnen we pas weer om 18:00 uur naar Bangkok vertrekken. We hadden erop gerekend om 20:00 uur terug te zijn. Als we nu al later vertrekken en we er evenals vanochtend weer 4 uur over doen dan wordt het allemaal erg krap. We moeten namelijk nog eten, douchen en inpakken voordat de airport bus ons om 23:00 uur komt ophalen bij het guesthouse.
Na enig aandringen dat we echt niet later kunnen vertrekken stelt men voor om ons op de bus naar Bangkok te zetten. Zij betalen de kaartjes (90 Baht per persoon) maar we moeten zelf voor vervoer van de bushalte naar Khao San Road zorgen. Tot Bangkok loopt de busreis voorspoedig, maar doordat het verkeer volledig vast zit doet de taxi er nog drie kwartier over om ons naar Khao San Road te brengen. Hier aangekomen is het een drukte van belang. Het is Halloween en er is vanavond een grote MTV-Halloween party. We komen aan een kant de straat niet eens in omdat er een groot podium staat. Nadat we hebben omgelopen vinden we aan de andere kant van de straat nog een restaurantje voor nog een laatse bananenshake, Chang bier en Pad Thai.
Wanneer we terugwandelen naar het guesthouse zetten we nog een aantal van de straatstalletjes op de foto. Je kunt er goed eten voor weinig geld. Bij een karretje met gefrituurde insecten weet ik de moed op te brengen om een dikke larf op te eten. Hij smaakt niet echt vies, een beetje droog, maar de schildjes op zijn huid blijven nog lang in je mond hangen. In het guesthouse nog even douchen, daarna inpakken en op de airport taxi wachten. Om 3:00 uur vertrekken we weer richting Amsterdam.
<