Sri Lanka 2004

Vrijdag 17 december

Ons vliegtuig zou om 15:15 vertrekken maar heeft een vertraging. De geplande tijd is 17:45 maar het vliegtuig is nog niet eens gearriveerd bij de gate dus het zal nog wel wat later worden.We hebben al wel een vergoeding gekregen om iets te kunnen eten/drinken. Dat is wel netjes.
Om 8:10 u. zijn we vanmorgen vertrokken uit Kantens dus we zijn inmiddels al redelijk gaar. Op Schiphol is het overigens best gezellig. Er lopen hier en daar als kerstman verkleedde muzikanten rond. Zowieso vinden we Schiphol een leuk vliegveld om rond te lopen. Leuke winkels, ruim en schoon.
Het inchecken was grappig. Er was een balie open voor de business class en (slechts) één balie open voor de Economy Class waarachter zich een lange rij had gevormd. Af en toe mocht er iemand van de economy class inchecken bij de Business Class balie wat voor anderen een signaal was om ook snel een rij te vormen voor deze balie, wat dus weer niet de bedoeling was. Gelukkig gingen er al snel meer balies open. Opvallend was het verschijnsel dat het telkens de vrouwen waren die razendsnel vooraan stonden en vervolgens geirriteerd naar de mannen wenkten om ook naar voren te komen.
Het is niet te hopen dat deze vertraging een voorbode is van meer narigheid. Bianca heeft op het Intenet gezocht naar ervaringen met Holland Exel en trof veel negatieve ervaringen van reizigers metname m.b.t. vertragingen. Afgelopen week heb ik nog even op een nieuws-site van Sri Lanka gekeken. De headlines waren de evacuatie van duizenden mensen in Nood-west Sri Lanka ten gevolge van overstromingen en een bomaanslag in Colombo, de hoofdstad van Sri Lanka, waarbij twee doden zijn gevallen.
Bianca is gelukkig net weer genezen van een weekje keelpijn maar ik loop de hele dag al een onophoudelijke stroom snot uit mijn neus op te vangen. Vanochtend hebben we de laatste, van de drie, capsules ingenomen tegen buiktyfus. Ik had de fout gemaakt om de bijsluiter te lezen: elke capsule bevat 2 miljard actieve kiemen van de salmonella tyfus stam. Ik kreeg acuut een raar gevoel in m'n maag. Voor Sri Lanka hebben we ook weer Malaria tabletten nodig. We hebben inmiddels zoveel vaccinaties gehad dat wij ons geen zorgen meer hoeven te maken voor een eventuele terroristische aanslag met chemische of biologische wapens. Wij zijn resistant tegen alles!

Zaterdag 18 december

Het vliegtuig vertrek uiteindelijk met 5 uur vertraging van Schiphol. Een beetje vervelend maar het eten aan boord is prima evenals de beschikbare beenruimte. We merken niet echt dat dit zo'n lowbudget vlucht is. Vanaf het vliegveld in Nogombo worden met een busje vervoerd naar het hotel. Daar aangekomen is het al 12 uur geweest. Even wat eten bij het hotel en daarna zoeken we een parasol op en doen ons tegoed aan het strandleven.
Zoals verwacht wordt je continue lastiggevallen door verkopers. Veel van hetzelfde: sarongs, t-shirts, leren riemen en hoeden en hout/cocosnoot-snijwerken. Ook worden we aangesproken door een lokale touroperator. Aangezien we ons toch nog wat moeten orienteren naar mogelijkheden om meer van dit eiland te zien besluiten we zijn verhaal even aan te horen. Klinkt allemaal niet onaardig. Morgen hebben we nog een informatiebijeenkomst met iemand van onze touroperator (Neckermann) dus we vertellen hem dat we hem morgen laten weten of we met hem meegaan.
's Avonds eten we bij het hotel. Tijdens het toetje vallen we bijna in slaap van vermoeidheid. We rekenen snel af en gaan naar onze kamer. We vallen als een blok in slaap.

Zondag 19 december

We slapen uit tot 9:00 u. en gaan dan ontbijten. Het hotel (Sea Garden) ligt aan het strand, nog geen 50 meter van de zee. Naast ons hotel ligt het all-inclusive Blue Ocean hotel wat een stukje luxer is. We mogen echter gebruik maken van de faciliteiten van dit hotel zoals de strandstoelen en het restaurant, waar wij dan uiteraard wel gewoon moeten betalen, en het zwembad.
Om 11:30 u. hebben we de informatiebijeenkomst van onze Neckerman reisleidster. In eerste instantie lijken de excursies wel interessant maar wel erg intensief. In plaats van een rondreisje van drie dagen willen we liever halverwege afgezet worden in Kandy of Nuwara Eliya (spreek uit als Nuralia). Dit kan wel maar kost hetzelfde als de volledige trip (€175 p.p). Toch nog maar even over nadenken. De middag vullen we grotendeels met lezen en af en toe even zwemmen in de zee.
Voor ons hotel worden we in de loop van de dag aangesproken door een lokale taxichauffeur/touroperator. Deze mensen zijn niet in dienst van het hotel maar hebben (tegen betaling) wel het privilege om gasten van het hotel aan te spreken voor het verkopen van hun diensten. In de Lonely Planet had ik gelezen dat hotelovernachtingen helemaal niet zo duur zijn (midrange hotels zo'n $15 per kamer) dus we hadden het idee om alleen een chauffeur te huren om ons een dag rond te rijden langs Pinwalla, Dambulla en Sigiriya en ons vervolgens af te zetten in Kandy. Volgens de chauffeur is dit wel erg krap om allemaal in één dag te proppen. Hij stelt voor om na Pinnawela eerst te overnachten in Dambulla en de volgende ochtend de leeuwenberg te beklimmen als het nog koel is. Daarna rijden we dan naar Kandy. Klinkt eigenlijk best goed. We hadden ons voorgenomen om onze dagen niet vol te proppen dus wat dat betreft komt dit wel goed uit. In Kandy kijken we dan wel verder hoe en wanneer we naar Nuwara Eliya gaan. We maken de deal rond. Voor €150 worden we samen twee dagen rondgereden incl. avondeten en een overnachting.

's Avonds eten we samen met Nel en John (moeder en zoon) bij Coconut Primitive. Een aanrader volgens de reisleidster van Neckerman. Het eten was inderdaad prima. John had vlak voor ons vertrek gehoord dat de belastingdienst beslag gaat leggen op eigendommen van Holland Exel. We zij benieuwd met welke maatschappij we op 1 januari terug zullen vliegen.

Maandag 20 december

We wilden vandaag vroeg opstaan om naar de vismarkt van Negombo te lopen maar blijkbaar zijn we door de wekker heen geslapen want we worden pas om half 8 wakker. Om 8 uur hebben we ontbeten en lopen we langs het strand richting de plaats Negombo. Ons hotel ligt nl. in een hotelzone even buiten Negombo. Als we bijna de rand van de plaats Negombo hebben bereikt kom ik erachter dat ik m'n geld vergeten heb mee te nemen. Geen probleem, we houden een tuktuk aan die ons terug naar het hotel brengt en vervolgens rechtreeks naar de vismarkt.
De markt is voor een deel al weer leeg maar toch is er nog genoeg bedrijvingheid over. We worden aangesproken door een man die het volgende uur ook onze gids zal zijn. Een vriendelijke man dus we maken ons er niet druk om. De markt is opgedeeld in twee delen, een deel voor de zeevissen en een deel voor de riviervissen. Vooral de zeevissen zijn interessant. Grote tonijnen, barracuda's, zwaardvissen en roggen zien we onder andere. Onze ' gids' legt ons duidelijk uit hoe het e.e.a. werkt op zo'n markt. Best wel interessant.Veel vissers hebben geen geld voor de benzine voor hun boot. Een aantal grote viskopers betalen dan voor de benzine maar de vissers zijn dan ook verplicht de vis aan die koper te verkopen. Deze heeft vervolgens mensen in dienst (zoals onze gids) die de vis schoonmaakt en op de markt verkoopt. Dan zij er weer kleindere opkopers die een partij vissen koopt en deze weer per stuk verkoopt aan de lokale bevolking. Zo zitten er toch nog verschillende schakels tussen de visser en de consument en dit allemaal op één vismarkt.
De normale (kleine) vissersboten zijn allang binnen maar op het moment dat wij er zijn komen net de Catamaran's binnen. Deze boten vissen alleen op garnalen. We lopen samen met de gids naar de haven waar deze boten binnenkomen. In deze haven zien we mensen die bezig zijn om stukken vis te zouten. Dit zijn stukken vis die niet goed genoeg zijn voor normale consumptie maar in gedroogde vorm wel goed genoeg voor de eigen bevolking.
Na afloop geven we onze gids wat geld en regelen een tuktuk terug. Onderweg gaan we nog even lang een geldautomaat. Deze begeeft het echter net op het moment dat wij aan de beurt zijn. We moeten wel een kwartier wachten voordat ze een andere geldautomaat aan de praat hebben. Als je die apparaten ziet is het overigens een wonder dat die dingen het nog doen. Onze tuktuk chauffeur die al die tijd moet wachten wordt ook al aardig sjaggerijnig.Uiteindelijk komt alles goed en nadat we de tuktuk bestuurder ook wat extra's hebben gegeven zijn we allemaal weer blij.
De rest van de dag brengen we door voor ons hotel op het strand. Een beetje lezen in de schaduw van de parasol, af en toe even zwemmen in de zee en natuurlijk al die verkopers afwimpelen en soms even te woord staan. De meesten zijn best aardig ook al gaat het hun natuurlijk uiteindelijk om het zoveel mogelijk verkopen. Mary, een verkoopster van sarongs vraagt of we haar atelier willen zien, maar als we op de afgesproken tijd bij het hotel zijn komt ze niet opdagen. Clinton, een verkoper van T-shirts wil zo graag vrienden worden dat hij ons aan het eind van de dag trots zijn vrouw en kinderen laat zien. Best wel leuk hoor maar tussen de verhalen door blijk toch wel weer dat het om geld gaat ('mijn oudste dochter moet binnenkort naar school en dat is erg duur' ).
's Avonds eten we weer bij Coconot Primitive en na afloopt drinken we een lekkere cocktail bij een ander tentje. Daarna is het tijd om de rugzakken weer in te pakken want morgen vertrekken we al om 6:00 u.

Dinsdag 21 december

Even voor 6 uur staan we klaar met al onze bagage en even later zien we ook Lasanthe, onze chaufeur voor de komende twee dagen, voor het hotel verschijnen. Van het hotel hebben we een ontbijtpakketje meegeklregen die we onderweg opeten.
We rijden eerst naar Pinnawela dat bekend staat om het Olifantenweeshuis dat daar gevestigd is. Vlak voor de plek waar de olifanten worden gewassen hebben we nog de kans om even op een olifant te rijden en 'm daarna zelf te wassen. Dat lijkt ons wel wat. De rit duurt maar een kwartiertje en stelt niet zoveel voor. Het gaat ons meer om het wassen, dat hebben we nl. nog nooit gedaan. In een riviertje ligt na afloop van de korte rit een olifant die we even mogen schrobben. De olifant geniet ervan. Hij raakt zo ontspannen dat we even later een grote drol langs onze benen zien drijven. Het centrum wordt overigens ondersteund door de WSPA, een dierenbeschermings-organisatie waar we toevallig net een paar maanden geleden donateur van zijn geworden. Hierna gaan we naar de olifantenweeshuis. Het is hier, zoals verwacht, vrij druk met toeristen. Als eerste lopen we naar een overdekte plek waar een aantal olifantens met de melkfles worden gevoed.Het is te druk om een leuk plekje te krijgen dus staan we wat aan de zijkant en missen daardoor de kans om zelf even de fles te mogen vasthouden. Het is ook wel een beetje om de fooien te doen. Terwijl de olifanten lopen te drinken bieden andere personeelsleden aan om dichtbij fotos van de olifanten te nemen met het fototoestel van de toerist waar vervolgens weer wat geld voor wordt gevraagd. Even later lopen we verder het terrein op waar enkele tientallen olifanten, een aantal met jongen, zich met de toeristen laten fotograferen. Natuurlijk kost dit weer wat kleingeld maar het blijft prachtig om zo dicht bij deze mooie dieren te kunnen komen en ze gewoon over de slurf te kunnen aaien.
Vervolgens lopen we naar de rivier waar de olifanten worden gewassen.Hier is een restaurant en we zoeken een mooi plekje op met goed zicht op de plek waar de olifanten worden gewassen. Een prachtig gezicht.
We rijden weer verder naar Dambulla en aan het begin van de middag komen we daaraan. We rijden eerst naar ons hotel om te lunchen. Een prima hotel, luxer dan we normaal gesproken zouden nemen. Na de lunch rijden we naar de tempelgrotten van Dambulla. In een berg zijn een aantal grotten uitgehakt met daarin tientallen Boeddha's. Een mooie plek. De Boeddha's zijn indrukwekkend en rondom de grotten lopen diverse apen. Een minpuntje, we moeten onze schoenen uit doen terwijl de zon genadeloos brandt op de rotsen. Onze blote voeten zijn dit niet gewend.
Onze gids vroeg of we nog naar het Kaudulla National Park wilden. Dit ligt hier nl. in buurt. We waren van plan om naar het Yala park te gaan maar het kon nog wel eens lastig (en kostbaar) worden om hier te komen. Dit Kaudulla National Park is volgens de LP ook nog goedkoper en dus mischien niet eens zo'n slecht alternatief.
Vanaf Dambulla rijden we daarom direct door naar het dit natuurpark. Het is tegen vieren als we daar aankomen en onze aandacht wordt getrokken door mensen die wat paniekerig over de weg lopen. Het blijkt dat een olifant met een paar toeristen erop niet helemaal wil meewerken. De Srilankanen proberen met alle macht de olifant vast te zetten maar hij geeft zich niet zomaar gewonnen. De toeristen in het bakje bovenop vinden het inmiddels niet leuk meer.Het lukt ze na een tijdje om zich van de olifant te laten glijden waarna ze worden opgevangen door de Srilankanen. Wij gaan naar een touroperator om een Jeep en gids te regelen. We schrikken van de prijs: $30,- p.p.. In de Lonely Planet had ik iets gelezen over $7,50 p.p.. We pakken de LP erbij. Daar staat dat de toegang $7,50 kost maar daar overheen komen nog 'service kosten' wat waarschijnlijk de Jeep met chauffeur en gids betekent. Als ze zien dat we bijna besluiten om weer weg te gaan kunnen we nog wat korting krijgen: samen voor $50,-. We besluiten het toch maar te doen. Je raakt gewoon makkelijk gewent aan die lage prijzen hier in Sri Lanka en dan is zo'n bedrag gewoon weer even slikken. We gaan met een Jeep op pad. Het dak is open gemaakt zodat we lekker kunnen staan met ons hoofd in de wind. Het is een vreemd park. Er loopt een weg doorheen waar ook het normale verkeer, zoals tankwagens, langs rijdt. De jeeps van de touroperators gaan af en toe van de weg af het land in maar we keren elke keer snel weer om als blijkt dat we niet verder kunnen of als er een andere jeep het land uit komt met de melding dat ze geen wild hebben gezien. De meeste kans om een dier te zien hebben we als we gewoon de grote weg volgen en goed om ons heen kijken want de olifanten schijnen aan het eind van de dag naar de weg toe te lopen. Ook loopt er een spoorweg door het park. Afgelopen week zijn er 3 olifanten aangereden door een trein. Als snel zien we een aantal Jeeps langs de weg staan en inderdaad zien we een aantal olifanten op zo'n 60 meter van de weg. Als we daarna doorrijden zien we nog een paar keer een groepje olifanten. Voor wat betreft de dieren is het park niet zo interessant en zo'n drukke weg er doorheen heeft ook weinig charme maar zo'n open truck, de koele bries in je gezicht en de ondergaande zon maakt het allemaal toch wel de moeite waard.
Terug in het hotel krijgen we ons diner. Lasanthe krijgt voor vanavond mijn mp3-speler te leen. De meeste Srilankanen kennen alleen de populiere nummers gezongen door coverbands. Tenenkrommend af en toe.

Woensdag 22 december

Om 7:30 u. vertrekken op weg naar Sigirya. Hier bevindt zich de Leeuwenrots. Een steile rots die 1600 jaar geleden door koning Kasyapa is omgetoverd tot een fort. Het hele complex is omringd door een brede gracht. Onder aan de rots bevindt zich een grote tuin met veel grote vijvers. We lopen hier doorheen en komen dan onder aan de berg waar de beklimming van de 200 meter hoge rots begint. Halverwege komen we bij de bekende fresco's 'The Sigiriyan Damsels' (de wolkenmeisjes). Deze mooie rotsschilderingen zijn nog prima intact na 1600 jaar. Ze worden dan ook beschermd tegen de zon en het maken van foto met flits is niet toegestaan. Normaal gesproken maak ik altijd foto's met mijn spiegelreflex camera waarbij je de flitser expliciet aan moet zetten maar nu pak ik mijn digitale pocketcamera waarvan de flitser default op automatisch staat en zonder hierbij na te denken vuur ik een flinke flits af op de naakte dames op de muur. Woedend wordt ik aangekeken door de man die erop moet toezien dat er niet wordt geflitst. Zijn mond is bloedrood van het kauwen op een betelnut wat het allemaal nog angstaanjagender maakt. Hierna lopen we door naar de top van de rots. Het is indrukwekkend om te zien hoeveel werk er 1600 jaar geleden is verzet om het de koning naar de zin te maken. Bianca zag erg op tegen de beklimming van de berg (1200 traptreden) maar het is reuze meegevallen. De entree is wat prijzig ($20,00 pp) voor Srilankaanse begrippen. We rijden door naar Kandy. Lasanthe zegt nog iets over een spicegarden waar we naartoe gaan. We zullen wel zien. De weg naar Kandy duurt lang (3 uur) en in Kandy aangekomen is het erg druk in het verkeer. Ik moet naar het toilet en ben blij als we opeens stoppen bij een gemfactory (edelstenen). Als we uit het toilet komen worden we gelijk doorgeloodst naar een videopresentatie. Deze stop hoorde blijkbaar in het reisprogramma. Na een slechte videofilm in een ruimte met de airco op de vriesstand worden we naar de shop gebracht waar we allerlei sierraden moeten bekijken. Na ruim een kwartier hebben we ons naar buiten gewerkt. Vervolgens worden we naar een Batikwerkplaats gebracht. Batik is een manier van verven van stof. De delen die niet geverft moeten worden, worden ingesmeerd met bijenwas. Dit wordt meerdere keren herhaald voor elke kleur die voor de doek gebruikt wordt. Mijn sarong blijkt met dezelfde techniek te zijn gemaakt. Naast de Batikwerkplaats/winkel is een hotel die Lasanthe ons graag wil laten zien. We gaan uit beleefdheid even naar binnen maar ze zijn druk aan het verbouwen en het hotel heeft geen mooie kamers. Het is inmidels 14:00 u. geweest en ik heb wel zin aan een lunch. Als ik vraag naar de spicegarden die we nog zouden bezoeken zegt Lasanthe dat deze gesloten is. Nu houdt de beleefdheid op. We hebben geen zin om voor de provisie van Lasanthe langs allerlei winkels te worden geleid en in een hotel te worden gedumpt die wie niet willen. We verzoeken hem vriendelijk om ons bij een hotel af te zetten die we hebben uitgezocht uit de Lonely Planet. Dit blijkt een prima hotel te zijn en toevallig hebben ze nog een kamer vrij voor een nacht omdat er iemand niet is komen opdagen.
Nadat we ons een beetje hebben opgefrist gaan we naar Sri Dalada Maligawa, beter bekend als de Tempel van de Tand. De tand van Boedha zou hier bewaard worden. De tand zelf krijgen we niet te zien maar wel een (ongevraagde) rondleiding van een jongen die ons bij de ingang aanspreekt en gewoon begint met zijn rondleiding (' this way, follow me'). We raken er aan gewend. Voor de Boedisten is dit waarschijnlijk een heel bijzondere plek maar als toerist is het niet erg spectaculair.
We lopen richting de Kandyan Art Association & Cultural Centre voor een traditionele dansvoorstelling. Onderweg komen we nog langs een werkplaats waar ze allerlei handwerk maken en verkopen. We krijgen o.a. een demonstratie van iemand die metalen doosje e.d. bewerkt. Hij maakt in korte tijd een olifant uit een stukje restmateriaal voor ons. Leuk om even te zien.
De dansvoorstelling begint om 18:00 u. en is een uur later afgelopen. Als laatste onderdeel geven ze een demonstratie van het vuurlopen. Hete kolen worden op een grote metalen plaat binnengebracht en voor het publiek wordt er nog eens extra brandstof op gegoten zodat er grote vlammen ontstaan (die de mensen op de eerste rij niet echt kunnen waarderen). Daarna lopen twee mannen rustig over deze gloeiende kolen. Indrukwekkend. Een tuktuk brengt ons na afloop weer naar ons guesthouse.

Donderdag 23 december

Volgens de gastheer van het guesthouse konden we het beste met de trein naar Nuwara Eliya. De meeste mensen doen dat en reserveren is niet nodig want er is altijd voldoende plek zegt hij. Op het station aangekomen blijkt dat het begrip 'plek zat' blijkbaar een subjectief begrip is. We kunnen nog net een sta-plek krijgen op het bordes van een wagon voor de deur van het toilet. Elke keer dat het iemand lukt om zich een weg naar het toilet te banen krijgen we te maken met de penetrante pislucht. Het uitzicht is wel redelijk omdat we door de deuropening (de deur staat open) naar buiten kunnen kijken. Na 3 uur bereiken we het station Hatton, waar veel mensen uitstappen en we ons kunnen verplaatsen naar de deuropening waar we het laatste uur een prachtig uitzicht hebben op het landschap wat aan ons voorbij trekt. Ondanks de oncomfortabele manier van reizen vind ik dit qua omgeving toch een van de mooiste treinreizen die ik hebt gemaakt.

In Nanu Oya, waar wij uistappen, worden we aangesproken door Ari. Hij heeft net mensen naar het station gebracht en wil ons naar Nuwara Eliya brengen voor 100 roepies. Hij werkt voor een hotel en biedt ons aan om daar te kijken maar we zegen dat we al een ander hotel op het oog hebben. Hij brengt ons zonder morren daarheen maar daar aangekomen blijkt dit hotel vol te zitten. Dan toch maar naar het hotel Pathum Vila waar Ari voor werkt. Het hotel is eeen prachtig koloniaal huis met een mooi uitzicht op een heuvel met theeplanten waar vrouwen aan het plukken zijn.Het ligt wel iets buiten de stad maar de kamer is prima en dat geldt ook voor de prijs (1500 rps). De personeelsleden doen hun best om het ons naar de zin te maken. De kok wil graag weten wat we vanavond willen eten zodat hij dit vast kan voorbereiden en Ari wil ons graag meenemen naar Horton's Plain, een natuurpark zo'n 20 km ten zuiden van Nuwara Eliya.
Na een paar sandwiches te hebben gegeten lopen we eerst de heuvel op voor ons hotel om bij de theepluksters te kijken. Zodra we echter de heuvel oplopen zijn ze opeens spoorloos verdwenen. We lopen door naar de top maar zien ze nergens meer.
Dan maar de stad in. We lopen in 25 minuten naar de stad en gaan op zoek naar 'winterstreet'. Hier wordt outdoor merkkleding van o.a. Columbia en Helly Hanson verkocht voor relatief erg lage prijzen. Al snel vinden we deze straat en inderdaad is het een aaneenschakeling van winkels (marktkramen eigenlijk) die volhangen met fleecejassen, winterjassen en overige outdoor- en ski-kleding. Waarschijnlijk zijn het restpartijen en producten met kleine fabricagefouten. De prijzen zijn ongeveer een kwart van wat wij er in Nederland voor betalen. We kopen een Columbia shirt en broek voor 2500 rps. en twee fleecejassen.
We lopen nog wat verder door de stad en lopen vervolgens terug naar het hotel. Het lijkt alsof we de enige gasten zijn in het hotel. De eetzaal is relatief groot maar kil. Alleen de lamp boven onze tafel brand volledig. De overige lampen zij uit of branden heel flauwtjes. Er draait muziek muziek uit een stereoinstallatie met hier doorheen een geluid dat uit de aanwezige kerstboom komt. Een soort monotone ringtoon van een mobiele telefoon maar dan met kerstliedjes. Werkelijk niet om aan te horen. Maar op mijn verzoek weet iemand gelukkig dit ding uit te zetten. Het eten is te eten. De kok is alleen wat erg enthousiast met de peperpot geweest. Al met al is het een vreemd hotel. Het wordt blijkbaar gerund door een paar jonge jongens. Dat verklaart in ieder geval dat het niet erg schoon is. De aankleding van het hotel van binnen is smaakloos en schone handdoeken of voldoende toiletpapier vergeet men aan te vullen.
's Avonds wordt het al snel kouder en als we op bed gaan zijn we blij met de twee dekens die op het bed liggen. Maar zelfs dat blijkt niet voldoende te zijn om de nacht warm door te brengen.

Vrijdag 24 december

We slapen uit tot 8:00 u. We hebben door de kou niet echt lekker geslapen. Na het ontbijt lopen we naar de stad. De zon schijnt lekker in ons gezicht maar we hebben nog wel onze fleecejassen aan tegen de kou. In de stad houden we een tuktuk aan die ons naar Pedro Tea Estate brengt. Een van de bekendste theeplantages rond Nuwara Eliya. We krijgen hier een rondleiding en na afloop uiteraard een kopje thee. Op de plantage werken 2000 mensen. 1000 Vrouwen voor het plukken van de theebladeren, en 1000 mannen voor het overige werk. De fabriek ligt prachtig tussen de heuvels met theestruiken. We hebben helaas nog steeds geen theeplukkende vrouwen gezien. Onze tuktuk chauffeur is ons gelukkig behulpzaam en stopt op een plek waar we een paar mooie foto's kunnen nemen van deze vrouwen.
We laten ons in de stad afzetten bij Victoria Park. Een mooi park midden in de stad waar vooral de lokale bevolking komt wandelen. Vervolgens gaan we geld tappen bij de bank en lopen we opnieuw naar 'Winterstreet'. Het is af en toe stevig onderhandelen maar we kopen schandalig veel kleding, drie shirts (3900 rps), twee broeken (2900 rps), een fleecejas (1000 rps) en twee winterjassen (12000 rps). Allemaal van het merk Columbia. Schandalig veel maar we zijn nu eenmaal dol op dit soort kleding en in Nederland betaal je kapitalen hiervoor.
Met zoveel tassen in onze handen nemen we nu maar een tuktuk naar het hotel. Het is nog mooi weer en we drinken een colaatje op het terras van het hotel en praten wat met een Australische gast. Daarna pakken we onze rugzakken een beetje in (waar laten we al die kleding) en eten wat broodjes die we in de stad hebben gekocht. Het is al weer koud geworden. Met onze fleecejassen aan leest Bianca een boek en werk ik dit reisverslag bij. Later op de avond drinken we nog wat in het restaurant. Ik heb gelukkig oploskoffie van huis meegenomen voor het geval ik ergens geen koffie kan krijgen en last krijg van mij caffeine verslaving. De koffie in Sri Lanka is echter zo slecht dat ik nu maar gewoon een kopje heet water vraag zodat ik mijn eigen bakje kan maken met Nescafe oploskoffie uit Nederland.

Zaterdag 25 december (1e kerstdag)

We staan om 5:45 u. op. We hebben gisteren afgesproken met een tuktuk chauffeur dat hij ons om 6:15 u. komt ophalen bij het hotel. We zijn iets eerder en besluiten alvast maar richting de stad te lopen. De tuktuk komt echter niet opdagen zodat we genoodzaakt zijn om het hele eind met volle bepakking zelf te lopen.
We zijn gelukkig ruim op tijd voor de bus en kunnen dus een zitplek bemachtigen. De bus is een gammele bak. Geen toilet of zo aan boord en alles rammelt. Een paar haltes verder komen er nog meer reizigers bij. Zij moeten de hele reis staan. De reis duur 7 uur incl. één pauze van 10 minuten en een lekke band. Omdat we al het vermoeden hadden dat er weinig plaspauzes zouden zijn hebben we sinds gisteravond niet meer gedronken. We zijn dan ook redelijk gebroken als we in de zuidelijke kustplaats Matara aankomen. Ik regel direct een tuktuk die ons naar het 10 km verderop gelegen plaatje Mirissa brengt. Het hotel dat we in de Lonely Planet hebben uitgezocht heeft gelukkig nog plaats. Het is inmiddels 15:00 u. geweest. Eindelijk even bijkomen.
Onze watervoorraad is op dus we besluiten op zoek te gaan naar een winkeltje. We vinden een stalletje vlak bij het hotel met water en lekker fruit. Op de terugweg lopen we langs een juwelierswinkeltje. Sri Lanka staat bekend om de blauwe saffieren en Bianca wil hier nog graag iets van meenemen. De meeste winkels hebben echter een ouderwetse smaak als het gaat om sierraden maar deze winkel heeft verassend mooie ringen. De meeste winkels hebben ook zelf een werkplaats zodat je zelf nog wat veranderingen in het ontwerp kunt aanbrengen. Uiteindelijk bestellen we twee ringen, een zilveren ring voor Bianca (met 5 saffierstenen) en een zilveren ring (met een blokje zwarte koraal) voor mij. Overmorgen zijn ze, als het goed is, klaar.
Hierna gaan we nog even naar het strand en nemen een duik in de zee. Het is een mooi zandstrand met palmbomen en een zee met flinke golven.
's Avonds eten we bij ons hotel en brengen de avond lezend door.

Zondag 26 december, 2e kerstdag

We slapen uit tot 9 uur. We maken er vandaag een rustig dagje van.....denken we....
Bianca merkte al op dat het water verder het strand op gekomen was. Ik sta rustig op het balkon te kijken als het zeewater het terrein van het hotel opkomt. Grappig, denk ik nog. Even m'n camera pakken (geboren ramptoerist). En dan gaat het erg snel. Het water komt met grote kracht het land op. Veel mensen worden door het water verrast en proberen snel weg te komen. Wij hebben het geluk dat we op de eerste etage overnachten en nog niet naar het strand zijn gegaan. Het water komt tot ongeveer 1,50 meter hoog het hotel in. We horen allemaal gebonk in het hotel. Waarschijnlijk zijn dit de bedden van de kamers onder ons die tegen de muren slaan. We hopen maar dat het hotel bestand is tegen dit geweld. We pakken in ieder geval snel alle spullen in zodat we snel weg kunnen mocht dit nodig zijn. Na 10 minuten zakt het water al weer weg. Een grote chaos achterlatend. Alle kamers op de begane grond zijn verwoest. De bagage van de toeristen drijft overal. Het restaurant van het hotel is ook verwoest. Het dak is ingestort. Op dit moment weten we nog niet hoe omvangrijk deze vloedgolf is geweest. We weten niet of het alleen Mirissa zo heeft getroffen of dat andere plaatsen, zoals Galle waar we naartoe willen gaan, ook getroffen zijjn. We blijven nog even veilig op ons balkon staan. Het water komt af en toe nog even weer opzetten maar komt niet meer zover als de eerste keer. Andere, minder fortuinlijke toeristen, komen hun spullen bij ons op het balkon verzamelen. Veel mensen hebben schrammen op hun benen en ze hebben moeite om hun spullen tussen de modder terug te vinden. Als al het water weer teruggestroomt is naar de zee ga ik even polshoogte nemen op de straat. Daar is het druk van de mensen. Er liggen overal brokstukken van voetpaden en muurtjes die door de kracht van het water op straat zijn geworpen. Er is geen verkeer mogelijk.
Als ik weer terugkom staat Bianca al ongeduldig op me te wachten. Er heeft iemand gezegd dat er nog een vloedgolf verwacht wordt en dat men niet weet of het hotel hiertegen bestand is. We moeten dus het hotel zo snel mogelijk verlaten.
We nemen alleen de handbagage mee en gaan op zoek naar een andere, hoger gelegen, plek.
Langs de hoofdweg is alles verwoest dus we zullen wat verder het land in moeten. We lopen nog maar net een straat in of de mensen beginnen te rennen en te roepen. Het water komt er weer aan. We rennen mee door een nog half ondergelopen straat. Het water komt echter niet.
Terwijl we verder landinwaarts lopen komen we één van de eigenaressen van ons hotel tegen. Ze zegt dat we met haar mee kunnen lopen. Haar ouders wonen vlakblij in een wat hoger gelegen huis met ervoor een prachtig rijstveld.
En dan is het wachten. Onze bagage ligt nog in het hotel. We willen het graag ophalen maar de mensen van het huis zeggen dat het nog niet veilig genoeg is. Er zijn steeds geruchten dat er nog een vloedgolf aan kan komen. Na 3 uur afwachten gaan we toch naar het hotel om de rugzakken op te halen en lopen met volle bepakking terug naar het huis. We hebben voor de zekerheid ook nog maar een extra fles water uit de puinhopen van het hotel gehaald. Water kan nog wel eens schaars worden. In de loop van de middag komen er nog een paar toeristen naar het huis, twee Duitse stellen en een Italiaans stel. De rest van de dag proberen we met z'n allen wat informatie te verkrijgen over de ramp. Dit valt echter niet mee. De stroom is uitgevallen dus we hebben geen TV of radio tot onze beschikking en de telefoonlijnen werken ook niet. Na verloop van tijd wordt het steeds duidelijker dat het een ramp is van grote omvang. De eerste verhalen over omgekomen toeristen bereiken ons. Een Canadese vrouw die verbleef in het hotel naast ons is overleden. De ziekenhuizen zijn overvol. We zijn bezorgd over een Nederlands stel met twee kleine kinderen die een kamer hadden naast onze kamer. We hebben ze niet meer gezien. We hebben allemaal wel mobiele telefoons maar we willen spaarzaam zijn met de batterijen omdat we die niet kunnen opladen. Bovendien is het netwerk erg slecht. Samen met het Italiaanse stel loop ik een heuvel op achter het huis. De ontvangst zou hier beter zijn. Met mijn telefoon krijg ik geen verbinding maar met de telefoon van het Italiaanse stel lukt het me eindelijk om het thuisfront gerust te stellen. Zij zullen ook wel geen rustige 2e kerstdag hebben gehad.
Er zit niets anders op om hier vanacht te blijven. In het huis verblijven ook allemaal lokale mensen uit de omgeving. In totaal slapen er ongeveer 50 á 60 personen. De meesten op de grond. Wij, de toeristen, mogen om de beurt gebruik maken van een bed die we zo efficient proberen te benutten. Voor het eerst in m'n leven deel ik het bed met twee vrouwen. Buiten wordt ik werkelijk lekgeprikt door de muskieten. Die Columbia kleding mag dan bescherming bieden tegen de zon e.d. maar de muskieten prikken er dwars doorheen. Alleen al op mijn rug heb ik ongeveer 30 jeukbulten.

Maandag 27 december

We zijn goed de nacht doorgekomen. Ondanks het geblaf van de honden, gehuil van kinderen en het gesnurk van de mannen hebben we best veel geslapen.
Volgens het Italiaanse stel was er min of meer afgesproken dat er bij toeristen die een paar honderd meter verder opgevangen zijn, busjes zouden komen om toeristen op te halen en het binnenland in te brengen. Wij zouden daar misschien ook bij in kunnen. Het is echter allemaal erg onduidelijk en onzeker. We pakken toch maar onze rugzakken in en lopen naar het desbetreffende huis. Daar aangekomen wordt het duidelijk dat er geen vervoer komt. Er is geen brandstof te krijgen.
De eigenaar van het huis waar we hebben overnacht heeft wel een auto én brandstof maar wil ons liever niet wegbrengen. Hij heeft ons min of meer toegezgd dat als we echt geen andere oplossing konden vinden dat hij ons dan wel zou willen helpen. We zijn nu op dit punt aangekomen. Vooral het Italiaanse stel wil zo snel mogelijk weg want hun vlieguig vertrek morgen dus ze moeten zo snel mogelijk naar Colombo.
Uiteindelijk wordt er geregeld dat iemand ons met zijn auto, een minibus, naar de plaats Akuressa brengt dat ongeveer 30 km landinwaarts ligt, waar we dan verder vervoer moeten zien te regelen. Zo gezegd zo gedaan. Het is inmiddels al weer 11:00 u. geworden. Als we daar aankomen blijkt het daar een gekkenhuis te zijn. Het verkeer is een chaos. Iedereen probeert weg te komen en de bussen zitten overvol. We overleggen met z'n allen wat we moeten doen. Onze chauffeur wil ons echt niet verder brengen. We vragen hem om ons naar een hotel te brengen zodat we daar kunnen douchen en kunnen bellen zodat we misschien een verder landinwaarts gelegen guesthouse kunnen bereiken om te vragen om ons op te halen. We worden naar een hotel gebracht maar wel een vreemd hotel. Er is geen drinken of eten te krijgen en de kamers die er zijn, zijn al in beslag genomen door een paar groepjes toeristen. Het Italiaanse stel komt in contact met een (mini-)buschauffeur die mensen naar Colombo brengt. Zij kunnen mee voor €50 p.p.. Woekerprijzen voor Sri Lankaanse begrippen maar de vraag is op dit moment groter dan het aanbod dus zij gaan mee. Ook een van de duitse stellen gaat mee. Hun vlucht vertrekt overmorgen. Het andere stel, Marcus en Tina, blijft bij ons achter.
Marcus en ik lopen van het hotel terug naar de verkeerschaos van de plaats Akuressa om te kijken of we een betere overnachtingsplek of misschien toch nog vervoer naar het binnenland kunnen krijgen. Onze groep is tenslotte kleiner geworden wat het makkelijker maakt.
We hebben geluk. We treffen een groep Engelsen die Marcus al eerder heeft ontmoet. Ze hebben twee minibussen met chauffeur weten te regelen die hun naar Kandy (275 km) zullen brengen en in elke bus kunnen nog wel twee extra personen. We pikken Bianca en Tina op en tegen drieen gaan op pad. Het is erg druk op de weg. Er zijn veel mensen die de kust willen verlaten maar we hebben ook erg veel last van tegemoet komend verkeer met hulpgoederen. We schieten dan ook helemaal niet op. Dat we Kandy vandaag zullen bereiken is uitgesloten. Het is al na tienen als we de plaats Avissawella bereiken. Halverwege Kandy. Deze plaats ligt al vrij dicht bij Colombo. Twee mensen uit de andere bus dan waar wij in zaten moeten vanacht nog naar het vliegveld in Colombo omdat hun vliegtuig morgenvroeg vertrekt. Wij blijven overnachten in een hotel dat gelukkig nog kamers over heeft. Het is een vrij groot hotel maar de kamer zijn vies, de wasbak hangt halfvast aan de muur en het toilet is stuk zodat we met een emmer moeten doorspoelen. Het hotel heeft een restaurant maar het kost me de grootste moeite om een glas cola te krijgen (en af te rekenen). Maar we kunnen gelukkig even douchen en we hebben stroom om de telefoon weer op te laden. We gaan snel slapen. We kunnen wel wat rust gebruiken. Midden in de nacht gaat m'n telefoon nog twee keer af. Als ik het licht van de kamer aan wil doen blijkt dat de stroom is uitgevallen. In het pikkedonker ga ik op zoek naar mijn rugzak waar ik (ergens) mijn zaklamp in heb gestopt. Als ik de telefoon opneem krijg ik geen gehoor.

Dinsdag 28 december

Als we opstaan en willen gaan ontbijten, wat overigens niet mogelijk schijnt te zijn in dit geweldige hotel, is er spoedberaad ontstaan tussen de inzittenden van de twee busjes. Marcus en Tina hebben van de ambassade gehoord dat ze niet moeten uitgaan van de reguliere vluchten maar dat er extra vluchten worden ingezet en dat ze gewoon naar het vliegveld van Colombo kunnen gaan en de eerstvolgende vlucht naar Duitsland kunnen pakken. Over een paar dagen zouden er zelfs helemaal geen passagiersvluchten meer zijn. Ook wij slagen erin om wat telefoontjes te plegen. Volgens de reisorganisate (Thomas Cook travel/Neckermann) is er vanochtend net een vlucht vertrokken en is de eerstvolgende vlucht waarmee wij kunnen vertrekken onze reguliere vlucht op 1 januari. We bellen daarna met onze reisleidster, Marjan, in Negombo. Zij wil het liefst dat we naar ons hotel in Negombo komen. Volgens haar verandert de situatie per minuut en is er nog steeds gevaar voor vloedgolven maar desondanks vindt ze Negombo de beste optie omdat we dan eventueel snel naar het vliegveld van Colombo kunnen komen. Ook de engelsen willen niet verder naar Kandy en gaan liever naar Colombo of Negombo.
Na veel moeite lukt het ons om onze (te dure) hotelkamer ($30) te betalen en we rijden met z'n allen naar Colombo. De engelsen bellen in de auto nog naar de britse ambassade en zij krijgen het advies om niet naar het vliegveld te gaan omdat dit geen zin heeft. Beter kunnen ze een hotel in de buurt opzoeken en vanuit daar zich laten informeren over vluchten naar huis. Er wordt daarom besloten om met z'n allen door te rijden naar Negombo, maar als we langs het vliegveld van Colombo rijden besluiten Marcus en Tina toch uit te stappen en te kijken of ze een vlucht kunnen krijgen zoals er door hun ambassade was verteld.
Wij rijden door naar Negombo en we stoppen vlak bij ons hotel Sea Garden. We nemen afscheid van de engelsen en halen bij de balie de sleutel op van onze hotelkamer. Eindelijk weer even bijkomen. Onze rugzakken uitpakken, lekker douchen en vooral weer fatsoenlijk eten en drinken. We hebben allebei wat last gekregen van onze darmen en hebben het eten en drinken de laatste dagen tot een minimum beperkt om hier maar geen last van te krijgen tijdens het reizen.
De situatie in Negombo valt ons reuze mee. We zien af en toe nog wat zand en modder resten in de straat maar geen verwoestingen zoals in Mirissa. Het hotel ziet er ongeschonden uit, ondanks dat het water toch nog ongeveer 30 cm hoog heeft gestaan op de begane grond.
Het strand ziet er troosteloos uit. Er ligt nog allemaal troep op het strand dat overigens later op de dag wordt opgehaald. Ook is het vandaag voor het eerst tijdens onze vakantie de hele dag al bewolkt en regent het af en toe.
We treffen Mary en Philomenia, twee aardige verkoopsters van sarongs, op het strand. Zij hebben de vloedgolf goed overleeft maar zijn nu wel hun klanten kwijt. De huidige toeristen willen alleen nog maar weg en nieuwe toeristen zullen de komende maanden wegblijven. We beloven dat we nog wat bij hun zullen kopen.

Woensdag 29 december

We slapen lekker uit en gaan vervolgens ontbijten. De zon schijnt weer en het lijkt weer een dag zoals de dagen waarmee we de vakantie zijn begonnen. De ochtend vullen we met lezen, een beetje over het strand lopen en wat winkels bekijken. Bij een kleine supermarkt kopen we wat rijst en melkpoeder voor Philomenia. We hebben gisteren afgesproken dat we mee zouden gaan naar de winkel waar zij voor werkt en we willen graag iets extra's voor haar doen. Ze heeft vier kinderen maar geen man meer.
De eigenaar van een, tegenover het hotel gelegen, supermarkt is erg aangeslagen door de gebeurtenissen in het land. Hij zegt dat hij zijn winkel gaat verkopen en iets anders verder landinwaarts gaat opzetten. Het is een grote stevige man maar in zijn ogen staan tranen als hij met ons praat. Hij is er van overtuigd dat Negombo er zo goed van af is gekomen omdat de mensen hier katholiek zijn. Negombo wordt ook weel Klein Rome genoemd. Hij heeft zelf helemaal geen schade en dat komt volgens hem ook omdat er naast zijn winkel een soort monument met een Maria-beeld staat
We willen graag nog even internetten bij een internetcafe maar er is daar helaas geen internetverkeer mogelijk. Later maar weer eens proberen.
In het hotel zijn ook John en zijn moeder aangekomen. Zij zijn voor de vloedgolf nog naar de Maladieven geweest en daarna naar Hikkaduwa gereisd. Ze hebben de ramp ook goed overleeft. John werkt voor het blad Sp!ts en heeft aantekeningen gemaakt en interviews gehouden. Vandaag werkt hij dit uit en later op de dag gaat hij dit met met behulp van zijn neef die in Colombo werkt versturen naar Nederland waar het, als het goed is, morgen in de krant zal staan.
Ik heb gisteren een nog een SMS gekregen van Zornitsa, een collega van Essent, maar het lukt me maar niet om haar per SMS een antwoord te sturen. Later op de dag krijg ik ook nog een SMS van Pim, van Atos Origin. Ook hij vraagt zich af hoe het met ons gaat. Ik bel daarom nog even naar huis om de laatste stand van zaken door te geven en om te vragen of ze mijn collega's ook even op de hoogte willen stellen.
De rest van de dag vullen we met lezen, bijkletsen met andere gasten, op het strand lopen en souvenirs kopen. 's Avonds lukt het ons eindelijk om te internetten zodat we iedereen wat meer informatie kunnen geven.

Donderdag 30 december

Na het onbijt nemen we een tuktuk naar het centrum van Negombo. Het is erg warm en we slenteren ruistig door de drukke winkelstraten van de binnenstad. We gaan een paar winkels in en kopen 2 T-shirts op een kleine kledingmarkt.
Terug in het hotel komen we John en zijn moeder Nel tegen. Zij gaan alvast naar Colombo. Nel voelt zich niet veilig zo dicht bij de zee. We zullen ze zaterdag op het vliegveld waarschijnlijk wel weer treffen want ze gaan als het goed is met hetzelfde vliegtuig als die van ons terug naar Nederland. John zijn verhaal is inmiddels naar de redactie van het blad Spits gezonden. We zullen vandaag op het Internet kijken of het al op de site staan (www.spitsnet.nl).
De rest van de dag hangen we wat rond bij het hotel. Een beetje lezen, over het strand lopen en af en toe even wat winkeltjes aan de weg van het hotel bekijken. Gisteren hebben we nog wat sierraden gekocht bij een juwelier naast het hotel. De sierraden die we in Mirissa hadden besteld kunnen we uiteraard vergeten. De winkel waar we ze hadden besteld was ook beschadigd door het water en de plaats waar de eigenaar zijn werkplaats had, Matara, is helemaal zwaar getroffen.
Het is natuurlijk de vraag of de saffieren die je bij de juweliers koopt echt zij of van goede kwaliteit. Je kunt ze laten testen in Colombo maar dat zullen weinig mensen doen vanwege de rompslomp. Deze juwelier heeft banden met ons hotel en de eigenaar lijkt ons vrij betrouwbaar dus we wagen het er maar op dat hij ons niet belazert. Vandaag komt hij ons vertellen dat er aan onze sierraden wordt gewerkt. Hij heeft nog een paar orders van toeristen en er wordt zelfs 's nachts gewerkt. Deze week is waarschijnlijk de laatste week dat hij nog kans heeft op klanten. Volgende week zullen de meeste hotels grotendeels leeg zijn.

Vrijdag 31 december

Vandaag eigenlijk net zo'n dag als gisteren en eergisteren. Een beetje rondhangen en af en toe aan het strand liggen (maar op de een of andere manier gaat de zon dan altijd net weg). We weten het nu zeker: een strandvakantie is niet voor ons weggelegd. 2 dagen houden we nog wel uit maar we beginnen ons nu toch wel wat te vervelen.
De sierraden zijn mooi geworden. Een herinering aan deze rare vakantie.
Het is vandaag oudjaarsdag. We hebben ons laten vertellen dat dit normaal gesproken heel uitbundig wordt gevierd met o.a. veel vuurwerk. Deze oudjaarsavond valt er weinig te vieren. Als we om 23:00 u. nog even in het restaurant kijken is alles al donker. Liggend in bed denk ik toch nog even aan de afgelopen dagen. Als we niet hadden besloten om het Kandulla National Park te bekijken dan hadden we 2e kerstdag waarschijnlijk in het Yale West National Park gezeten. Een van de zwaarst getroffen gebieden.
Als de vloedgolf 10 minuten later was gekomen dan hadden we net aan het ontbijt gezeten.
Normaal gesproken leggen we onze waardevolle papieren in een kluis bij de receptie. Nu hadden we dit op onze kamer en konden we dit gelijk meenemen. Veel hotels zijn na de vloedgolf geplunderd door de lokale bevolking.
Volgens planning zouden we 28 december met de trein naar Colombo reizen. In deze trein zaten op 2e kerstdag ruim 1700 passagiers, slecht een enkeling heeft het overleefd.
We hebben erg veel geluk gehad.

Zaterdag 1 januari 2005

We hebben nog net even tijd om te ontbijten voordat we om 7:10 u. met de bus naar het vliegveld worden gebracht. Alles verloopt voorspoedig en om 18:10 u. Nederlandse tijd landen we veilig op Schiphol waar we warm worden onthaald. Ook thuis in Kantens is de familie al aanwezig om ons te begroeten.
Daarna horen we hoeveel mensen ongerust zijn geweest en hoeveel moeite men heeft genomen om zo snel mogelijk informatie over ons boven water te krijgen. We zijn blij dat we zo snel in staat zijn geweest om tenminste de familie op de hoogte te stellen dat het goed met ons ging. We zien nu ook op video alle beelden die in Nederland op de televisie zijn uitgezonden. Juist de individuele schrijnende gevallen maken de meeste indruk. Mensen die hun echtgenoot of kinderen zijn kwijtgeraakt of die zijn vermist. Die nacht droom ik voor het eerst over de ramp en beleef ik hoe het ook had kunnen aflopen.