Ondanks de vertraging op schiphol kunnen we toch nog onze overstap in Washington halen. Om even voor 01.00 u. komen we aan in San Jose en rijden per taxi naar ons hotel Aranjuez. Daar aangekomen duiken we gelijk ons bed in en slapen we door tot een uur of 8.
Halverwege de ochtend besluiten we naar het centrum van San Jose te lopen. Het stratensysteem van San Jose is even wennen maar heeft ook zo z'n voordelen. Omdat de vertikale straten (Calle) en de horizontale straten (Avenidos) genummerd zijn weet je vrij snel waar je je bevindt.
De Mercado Central doet ons denken aan de markt in Merida (Mexico). Een groot overdekt complex met allemaal winkeltjes en smalle 'steegjes'. Deze markt is een goede manier om je tussen de 'Tico's',zoals de costaricanen zichzelf noemen, te begeven want dit is de plek waar ze zelf hun inkopen doen. In het midden van de Mercado Central bevinden zich een aantal soda's waar je eenvoudige maaltijden kunt krijgen en waar we dan ook een hapje hebben gegeten. Bij een winkeltje met dierenspullen, ook in de Mercado Central, hebben we een eenvoudige teugel gekocht voor Cobber. Ook verkopen ze hier grote kapmessen (zou ik die mogen invoeren in Nederland?).
Vlak bij 'Museo de Oro' drinken we een kopje koffie. Blijkbaar is dit een geschikte plek voor straatverkopers want er wordt ons de keus geboden uit: geschilderde veren, houten vogeltjes, vogelfluitjes en onze schoenen laten poetsen. Maar het mooiste is toch wel de aanbieding van 2 heren in witte jassen die onze bloeddruk op willen meten.
De rest van de middag brengen we door op onze hotelkamer. Ook checken we in het hotel onze email en versturen ons eerste berichtje vanuit Costa Rica. 's Avonds eten we Casado bij een soda vlak bij het hotel en om 20.00 u. liggen we al in bed. Allereerst omdat we onze ogen niet meer open kunnen houden maar ook omdat we de volgende dag al vroeg zullen vertrekken naar Tortuguero.
Om 7 uur staat onze bus klaar voor het hotel. Samen met ons gaan er nog twee zwitserse meisjes en een japans meisje mee. Verder is er de chauffeur en de tourguide 'Luiz'. Luiz is freelancer en probeert ons zo goed mogelijk te voorzien van inforamtie over Costa Rica. Hij praat echter niet zo goed engels en de informatie die hij ons verschaft is niet altijd even interessant. Dit houdt dus in dat hij heel omslachtig met veel te veel zinnen ons dingen duidelijk probeert te maken terwijl wij af en toe liever onze ogen nog even zouden willen sluiten.
Om 9.00 u. is het gelukkig tijd voor het ontbijt. Bij een wegrestaurant eten we Gallo Pinto (rijst met bonen door elkaar). Na deze stop gunt Luiz ons gelukkig iets meer rust en kunnen we genieten van de bananenplantages waar we doorheen rijden op de weg naar Freeman (Finca del Monte) alwaar we op een boot stappen die ons in twee uur naar Tortuguero zal brengen.
In Tortuguero worden we ondergebracht in Laguna Lodge. Een park/resort met een aantal geschakelde 'cabins', een restaurant en een bar. In het restaurant wordt na aankomst gelijk een lunch geserveerd. We moeten nog een beetje wennen aan het idee om midden op de dag een uitgebreide warme hap te krijgen maar het smaakt ons goed. Om 15.30 u. is het tijd voor onze eerste excursie. Van Alex, onze gids tijdens ons verblijf, krijgen we allemaal een poncho want het is inmiddels gaan regenen. We gaan naar het Museum van Tortuguero Town waar we een video te zien krijgen over de schildpadden die hun eieren leggen aan de stranden van Tortuguero. Na afloop lopen we in de stromende regen verder Tortuguero 'town' in. Het zijn niet meer dan enkele tientallen eenvoudige huisjes met een kleine supermarkt en een souvenierswinkel. Niet echt 'big fun' om in de regen te slenteren dus zijn we blij dat we na een half uurtje weer terug kunnen naar Laguna Lodge. Alex heeft inmiddels permissie gekregen om 's avonds tussen 20.00 u. en 22.00 u. onze groep te begeleiden om op het strand van Tortuguero op zoek te gaan naar de 'green turtles' die hier hun eieren leggen. Na het eten lopen we dan ook achter Alex aan naar het strand dat vlak achter Laguna Lodge ligt. Het is pikkedonker en we kunnen nauwelijk de mensen die voor ons lopen onderscheiden. We mogen geen zaklamp of fototoestel met flitser meenemen en moeten donkere kleren dragen. Dit alles om de schildpadden niet af te kunnen schrikken. Eenmaal op het strand laat Alex ons achter en gaat zelf, gewapend met een zaklamp die alleen rood licht afgeeft op zoek naar een schildpad. Het blijkt dat er al een andere groep aanwezig is die wacht op een schildpad die net bezig is een gat te graven. Pas als de eieren gelegd worden kunnen we gaan kijken. Wij blijven daarom ook maar wachten terwijl Alex op zoek gaat naar eventuele andere schildpadden. Na een tijdje horen we van een andere gids dat Alex een schildpad heeft gevonden die net klaar is met leggen en nu terug gaat naar zee. In het donker rennen we, onder leiding van de andere gids, over het strand om op tijd bij Alex te kunnen zijn voordat de schildpad in zee verdwijnt. In het rode licht van Alex' zaklantaan kunnen we het beest naar zee zien lopen, waarna we teruggaan naar de eerste schildpad. Hier blijkt dat deze nog steeds aan het graven is en na een kwartier wachten komt Alex ons vertellen dat ze zich heeft bedacht en nu is begonnen met een nieuw gat. Dat betekent weer 20 minuten tot een half uur wachten! Gelukkig wordt ons geduld beloond en kunnen we op de valreep (het is inmiddels kwart voor 10) zien hoe ze haar eieren in het nest "schiet" , waarna ze het gat dichtmaakt met haar achterpoten. Waarschijnlijk is deze schildpad een vrij jong exemplaar, gezien het aantal eieren die ze heeft gelegd. De eerst keer dat "green turtles" eieren leggen leggen ze ongeveer 60 tot 80 eieren, de volgende keren daalt dat tot ongeveer 20 stuks. Tijdens het leggen van de eieren raakt een schildpad in een soort trance, waardoor wij in staat zijn om toe te kijken zonder dat het dier zich bedreigd voelt en er vandoor gaat. Alex kan zelfs haar achterpoten opzij houden zodat wij alles beter kunnen zien (nog steeds in het rode licht van de zaklantaarn). Dit is echt fantastisch om te zien en om tien uur (laat voor ons doen) duiken wij voldaan ons bedje in.Om vijf uur wordt ik, mede door hoofdpijn, wakker. Ik hoor de wekker van de buren (de Zwitserse meisjes) afgaan. We zijn van plan om vanochtend naar het strand te gaan in de hoop dat we jonge schildpadjes zullen zien. Het legseizoen is nl. al enkele maanden aan de gang, wat betekent dat er nu dagelijks schildpadjes zullen uitkomen (na 60 dagen). We hadden afgesproken om om zes uur naar het strand te gaan, maar aangezien ik al wakker ben en al verschillende mensen heb horen vertrekken zet ik m'n beste "trouwe honden gezicht" op om Bianca over te halen om toch eerder op te staan. En dat lukt!
Op het strand lopen we al drie kwartier zonder iets te zien en we beginnen de hoop al een beetje op te geven. Wel zien we heel veel sporen op het strand, van zowel de schildpadden die de vorige avond hebben gelegd als die van baby-schildpadjes die naar zee zijn gekropen.
Op eens zien we, al vlak bij de zee, een heel klein wezentje kruipen. We rennen er snel naar toe en omdat ik probeer nog snel een foto van het diertje te maken, volg ik het hele gebeuren slechts door de zoeker van m'n camera. We zijn heel blij dat we toch nog een schildpadje hebben gezien. Jammer dat we er niet langer van konden genieten.
Op de terugweg naar Laguna Lodge zien we opeens een groep mensen ergens naar staan kijken.Het blijkt dat deze mensen bij een schildpaddenest staan te kijken. Een aantal schildpadjes is al onderweg om hun lange en moeizame weg naar zee af te leggen. Andere worden uit hun ei geholpen door een jongen (later blijkt dat dit geen ranger is en dat hij de schildpadjes absoluut niet mocht helpen!). We volgen een aantal schildpadjes tijdens hun tocht naar zee, die ongeveer 20 minuten duurt. Heel ontroerend om te zien, vooral als ze door een voetstap in het zand op hun rug terechtkomen en spartelen om weer op hun pootjes terecht te komen. Uiteindelijk als het beestje bij de zee arriveert wordt het een aantal keren door de golven teruggeworpen op het strand voordat het in zee verdwijnt. Het is moeilijk te omschrijven hoe mooi het is om dit hele proces te mogen aanschouwen. Zo'n babyschildpadje is niet groter dan een krab en de wetenschap dat zo'n klein beestje uitgroeit tot een schildpad van ongeveer een meter die later hier op dezelfde plek weer aan land te komt om zelf haar eieren te leggen doet je beseffen dat je getuige bent van iets groots!
Jammer alleen dat alle kinderen die erbij zijn dit niet beseffen. Het is natuurlijk goed dat deze kinderen in contact worden gebracht met dieren en bewust worden gemaakt van het feit dat je deze dieren met respect moet behandelen en beschermen, maar kinderen zijn ook erg beweeglijk en letten daardoor niet meer op de schildpadjes die onderweg zijn naar zee. Dit heeft als gevolg dat er een jongetje met z'n regenlaarsjes aan bovenop een schildpadje staat (irritant dat de ouders niet om hun kind denken). Gelukkig overleeft het diertje het en bereikt het de zee.
Opvallend is ook dat deze groep kinderen allemaal met foto- of videocamera's rondlopen. Behalve dat het kind hierdoor niet meer oplet waar het loopt heb ik ook m'n twijfels over de kwalitiet van deze foto's en video opnames.
Diep onder de indruk van hetgeen waarvan wij getuige mochten zijn (niet de kinderen!) leggen we de laatste meters naar Laguna Lodge in gepaste eerbied af, om ons om zeven uur te melden voor het ontbijt. Helaas blijkt dat pas om half acht klaar te zijn, waardoor we nog wel even tijd hebben om onder het genot van een paar bakjes koffie (m'n normale medicijn tegen hoofdpijn) te genieten van het uitzicht over de Lagunas del Tortuguero.
Mijn hoofdpijn blijkt echter nu eens niet te komen door een gebrek aan caffeine, maar waarschijnlijk had ik te weinig water gedronken. Nadat ik mijn vochtgehalte op peil heb gebracht zakt de hoofdpijn gelukkig langzaam weg.
Om tien uur melden we ons voor de geplande 'hike', maar het lijkt Alex beter om eerst de boottour te doen en vanmiddag de hike.Hij verwacht namelijk dat het vanmiddag, evenals gistermiddag, zal gaan regenen waardoor de boottocht letterlijk en figuurlijk in het water zal vallen. Met z'n vieren (De kapitein, gids Alex, Bianca en ik) vertrekken we om 10 uur. De Zwiterse meisjes en ook het Japanse meisje van de groep zijn alweer vertrokken, zodat we de rest van de dag een prive gids hebben. De boottrip is een groot succes. Naast diverse vogels zien we een kaaiman, diverse hagedissen en brulapen. In de smalle 'Cana la Palma' zien we zelfs 3 otters. Ik kan me niet voorstellen dat er ergens op de wereld mooiere boottochten mogelijk zijn. Alex en de 'captain' weten ons steeds weer dieren aan te wijzen die wij zelf nooit ontdekt zouden hebben.
Onderweg moet ik nodig plassen (om uitdroging en hoofdpijn te voorkomen had ik nu weer eens teveel water gedronken) en vraag aan Alex of de captain de boot even naar de kant kan varen zodat ik me even achter een boom kan begeven. Alex probeert me bang te maken door te melden dat ik goed moet uitkijken waar ik loop met het oog op de slangen en spinnen. Terwijl ik goed en wel mijn positie heb ingenomen begint een brulaap luid te brullen. Nu is een brulaap niet veel groter dan een kat maar het klinkt alsof er een gorilla boven je in de boom hangt. Terug bij de boot moeten Alex en de Captain dan ook smakelijk lachen omdat ze denken dat ik 'onverrichte zake' terug ben gerend i.v.m. de brulaap.
Na terugkomst in Laguna Lodge krijgen we een heerlijke lunch (rundersteak met champignonnesaus, groente en salade. Voor de lunch wel te verstaan(!)) en vervolgens gaan we zwemmen in het zwembad. Volgens mij zijn wij op dit moment zo'n beetje de enige gasten. We hebben dan ook heerlijk een eigen prive-zwembad, met op de achtergrond lekkere 'gouwe ouwe' country nummers. Om 14.00 u. is het dan tijd voor de 'hike-tour'. Samen met Alex en de Captain vliegen we (90 pk buitenboordmotor) weer over het water. In het 'Parque Nacional Tortuquero' kunnen geen auto's komen en al het vervoer gaat dan ook over het water. Onderweg zie je dan, naast de touristen, ook de eigen bevolking zich over het water verplaatsen. Regelmatig zie je een bootje met, netjes in het tenue gestoken, schoolkinderen voorbij komen. Gisteren hadden we een aantal ansichtkaarten gekocht en we vragen aan Alex of er een postkantoor in Tortuguero aanwezig is. Alex stelt voor om ons even in Tortuguero af te zetten bij het postkantoor voordat we aan de hike-tour gaan beginnen. Het postkantoor blijkt pal tegenover de aanlegplaats te liggen en is niet veel meer dan een eenvoudig huisje. De deur blijkt op slot maar Alex steekt zijn hoofd even door het raam en verzoekt de beambte de deur voor ons te openen. Het blijkt dat het postkantoor gewoon het woonhuis van de beambte is en hij, net als iedereen, gesteld is op zijn privacy en daarom af en toe gewoon de deur op slot doet. Na het likken van de postzegels vervolgen we onze boottocht. Bij 'Cerro Tortuguero' worden we aan land gezet. Al vrij snel hebben de muskieten ons gevonden. Nog snel even een laagje insect repellent helpt gelukkig vrij goed. Deze vakantie hebben we voor het eerst een verstuiver gekocht. Uit ervaring kunnen we nu vertellen dat een 'wolkje' repellent opo de kleding ook helpt tegen lastige muskieten die op je kleding blijven hangen. In tegenstelling tot de tourguides in Australie die over werkelijk alle planten ellenlange verhalen kunnen vertellen is Alex opvallend zwijgzaam. Het kan te maken hebben met zijn fobie voor slangen (hij durfde in het education center van Tortuguero niet eens naar een slang op sterk water te kijken). Na een half uur lopen hebben we alleen nog maar rode kikkers gezien (poison arrow frogs). Wel horen we steeds brulapen. ' Your friends' gniffeld Alex, refererend aan het voorval eerder op de dag. Even later zien we dan ook daadwerkelijk de eerste brulaap, gevolgd door twee spider-monkeys en later nog een paar brulapen. We klimmen verder de heuvel op zodat we nog dichter bij de apen komen. Een spider-monkey en een brulaap blijven ons in de gaten houden. De brulaap gaat er zelfs even uitgebreid voor liggen om ons vervolgens vanuit de boom eens rustig te kunnen observeren. 'who is watching who?' We vervolgen de weg omhoog over een glibberig parcour om uiteindelijk op een prachtig uitkijkpunt te komen. Vanaf deze plek hebben we goed zicht op de smalle landstrook tussen de zee en de rivier 'Lagunas del Tortuguero'. Na de afdaling moeten we nog een klein stukje lopen alvorens we weer bij het water komen waar we worden opgepikt door de captain. Omdat het nog steeds mooi weer is hebben we het plan gevat om over het strand van Tortuguero naar Laguna Lodge te lopen. We hadden nl. verwacht dat we op de terugweg weer langs Tortuguero zouden komen maar het blijkt dat we een rondje hebben afgelegd zodat we eerst bij Laguna Lodge aankomen. Gelukkig kunnen we alsnog een lift krijgen naar Tortuguero. Hier nemen we ook afscheid van Alex. Hij woont in Tortuguero en zal ons de volgende dag weer terugbrengen naar Freeman (dit blijkt achteraf niet het geval te zijn). Tijdens de wandeling wordt het al snel donkerder. Gelukkig lukt het ons om voor het donker bij Laguna Lodge aan te komen. Daarna lekker douchen, weer heerlijk eten en nog even een kop koffie drinken terwijl we genieten van het uitzicht van de rivier bij maanlicht.Vanochtend weer vroeg opgestaan (6.00 u.) omdat we hopen nog een keer de babyschildpadjes te kunnen zien. Helaas hebben we geen geluk zodat we om 7.00 u. alweer met een bakje koffie over de rivier kijken, wachtend op het ontbijt dat om 7.30 u. wordt klaargemaakt (omelet met ham en kaas). Daarna douchen en de spullen pakken waarna we om 9.00 u. per boot Tortuguero verlaten. Tijdens deze tocht geen gids die ons de op de omgeving wijst. Toch blijft het 100 % genieten. Zo zien we, op het moment dat de boot een hutje aan de oever voorbij raast, een varken naar het water rennen, in het water gaat liggen en zich vervolgens laat schoonspoelen door de golven die door de boot zijn veroorzaakt. Slim beest! Ook zien we onderweg nog waterbuffels.
Om 11.00 u. legt de boot aan op de plek waar we verder worden vervoerd per bus. Op deze plek bevindt zich ook de verwerkingsplaats van 'Del Monte'. De bananentrossen worden via een railsysteem, vooruitgetrokken door een muildier, getransporteerd naar een grote ruimte waar ze worden ontdaan van de blauwe plastic zakken (die dienen om het gif binnen te houden) en 3 keer worden gewassen. Daarna krijgen de trossen een mooi Del Monte sticker opgeplakt en worden ze verpakt in dozen waarna ze op pallets worden vervoerd. Na ruim een half uur wachten worden we opgehaald. De 'tourguide' is een fanatieke natuurbeschermer en heeft dan ook de nodige bezwaren tegen de huidige bananenplantages. De plantages worden nl. 2 keer per week bespoten met chemicalien. Dit heeft er o.a. al toe geleid dat sommige mannen die in de plantages werken onvruchtbaar zijn geworden. Verder veroorzaakt het gif (o.a. uit de blauwe zakken) voor sterfte van de vissen in dit gebied. De visvangst is de belangrijkste voedselbron voor de bewoners van het gebied rond Tortuguero. Ook weet hij te melden dat het broeikas effect een dreigend probleem is voor de schildpadden van Tortuguero. De temperatuur van het nest waarin de eieren liggen is mede bepalend voor het geslacht van de schildpadden. Een hogere temperatuur betekent dat er voornamelijk vrouwtjes zullen worden geboren. Tot zover is het nog interessant. De rest van de 4 uur durende rit bestaat uit een monoloog over de diverse boomsoorten van Costa Rica. Slechts onderbroken door een wederom uitgebreide lunch. Helaas heeft dit restaurant een tuin met hele interessante flora zodat we amper de tijd hadden om onze koffie op te drinken omdat we een 'bonus'-rondleiding krijgen van onze gids. We zijn blij als we eindelijk de straat van ons hotel in San Jose inrijden (in deze straat staan overigens hele bijzondere kurkbomen....). Aan het einde van de middag gaan we nog even 'de stad in' om te kijken waar we 's avonds zullen gaan eten en om wat ontbijt voor de volgende ochtend te kopen. Het ontbijt van het hotel moeten we nl. helaas missen omdat we met de bus van 6.30 u. naar Santa Elena (Monteverde) willen gaan. Lopend door de straten van San Jose beseffen we wat een vieze stad San Jose eigenlijk is. Een milieukeuring voor auto's kennen ze hier schijnbaar niet want de straten zijn soms grijs van de uitlaatgassen. Ondanks dat we naast elkaar lopen kunnen we elkaar nauwelijks verstaan door het lawaai van het verkeer. Onze stemming daalt tot een absoluut minimum. Zeker na de prachtige dagen in Tortuguero is dit een enorme desillusie. We zijn blij dat we de volgende dag San Jose weer kunnen verlaten.Vandaag zijn we om 5.00 u. opgestaan en om 5.40 u. laten we een taxi bellen. Volgens de timetable van de bussen die we van het hotel hebben geleend zou onze bus van de busterminal 'Atlantica Norte' vertrekken. Aldaar aangekomen blijkt dat onze bus vanaf de beruchte ' Coca Cola'-busterminal vertrekt. Gelukkig zijn we nog ruim op tijd om nogmaals een taxi te nemen.
Deze buurt in San Jose is inderdaad geen frisse buurt. Alle huizen heben tralies voor de ramen en sommige huizen zijn zelfs omgeven met hekken met daarboven grote rollen prikkeldraad.
De busrit naar Santa Elena is erg lang en het is erg warm in de bus. Na 3 uur hebben we een korte pauze om daarna nog ruim 1,5 uur over een zeer slechte (onverharde) weg te hobbelen.
Eenmaal uit de bus worden we 'overvallen' door mensen die ons een onderkomen in hun hotel/hostel/pension willen aanbieden. We nemen de flyers in ontvangst en besluiten eerst even iets te gaan drinken. In Costa Rica hebben ze heerlijke 'Refrescos Naturales'. Dit zijn een soort shakes van vers fruit aangemengd met water of melk. Erg lekker!
We besluiten om een kamer te nemen in persion Santa Elena. De kamer is erg kaal en de 'private bathroom' doet helemaal denken aan een vooroorlogse gevangeniscel. Gelukkig hoeven we er alleen maar te slapen en zolang alles redelijk schoon is nemen wij er genoegen mee.
Het positieve van de kamer is overigens de douche. Veel hotels hebben douches die electrisch worden verwarmd. Ons vorig hotel had bijv. deze douches. het water stroomt dan uit een soort rond tosti-ijzer en naast de waterleiding loopt er dus ook een stroomdraad naar de douchekop. In dit geval was de draad ook nog met een soort kroonsteentje doorbonden en omringd met wat tape. Gevoelsmatig heb ik hier een beetje (boel) moeite mee. Zeker als er ook nog ondefinieerbare geluiden uit de douchekop komen ben je blij dat je er weer levend onder vandaan komt. Onze douche in persion Santa Elena heeft gelukkig een normale douchekop. En dat alles voor slechts $15,- per nacht.
De mensen die het pension runnen zijn overigens erg vriendelijk en zijn van oorspong geen Tico's maar zijn in Costa Rica 'blijven hangen'.
Tegen 13.30 u. gaan we per taxi naar 'Finca Ecologica'. Dit is een relatief klein stukje regenwoud met o.a. een paar kleine gebieden met bananen- en koffieplantages. Op een aantal plaatsen in het park zijn voederplekken gemaakt. Hier zien we dan ook de meeste dieren zoals de white-nosed coati, de agouti en een mooi gekleurde eekhoorn (zal in Costa Rica wel een andere naam hebben). In het park zien we ook nog een mooie woodpecker (specht) van dichtbij en veel 'leafcutter ants'. Aan het eind van de trail is er nog een flinke afdaling naar een waterval mogelijk. Omdat Bianca nog last van spierpijn heeft na de beklimming van Cerro Tortuguero loop ik alleen naar de waterval. Het voetpad loopt op een bepaald punt vlak langs de waterval zodat je een goede indruk krijgt van de kracht die een waterval met zich meebrengt. Een groot deel van de energievoorziening in Costa Rica wordt d.m.v. natuurlijke bronnen opgewekt. Onderaan de waterval is het vrij mistig doordag er net een wolk het park is binnen gedreven. Ik ben benieuwd hoe dit op de foto's zal overkomen. Bezweet ontmoet ik Bianca weer bij de in-/uitgang van het park (ik heb de afstand naar de waterval in minder dan de helft van de normale tijd afgelegd). In een rustig tempo lopen we daarna terug naar de plaats Santa Elena (2 km).
De rest van de dag brengen we door met het rondhangen in het pension en slenteren door de (3) straten van Santa Elena.'s Avonds eten we voor de verandering weer eens Casado bij Morphos café. Casada schijnt iets te betekenen als 'getrouwd' met als achterliggende gedachte dat deze maaltijd het enige is dat je nog zult krijgen als je eenmaal getrouwd bent. De vaste ingredienten zijn; witte rijst, zwarte bonen en groente. Verder kan er kip, rundvlees of vis bij worden geserveerd. In het cafe waren er overigens veel nederlanders aanwezig. Wij nederlanders hebben blijkbaar nog steeds de drang om 'andere werelden' te ontdekken. Later drinken we nog even een kopje koffie in het hostel.Vandaag voor de verandering eens niet vroeg opstaan voor de een of andere tour. Tegen zevenen wat broodjes gehaald bij de bakker, welke we in het hostel opeten. Tijdens het ontbijt worden we vergezeld door een hond die blijkbaar van de eigenaar is.
Na het ontbijt reserveren we ons transport naar Fortuna voor de volgende dag. Het vervoer bestaat achtereenvolgens uit een jeep, een paard, een jeep, een boot en weer een auto. We spreken nog even met de vriendin van de eigenaar van het hostel, een paardenliefhebster (ze heeft er zelf twee). De Lonely Planet raadt het ons nl. sterk af om per paard van Montverde naar Fortuna te gaan. Dit omdat de tocht erg zwaar is voor de paarden en dat veel bedrijven oude en slechtverzorge paarden gebruiken. Het schijnt zelfs (volgens Lonely Planet) zo te zijn dat er tijdens de tocht wel eens paarden dood zijn gegaan! In de folder van "onze" tour wordt weliswaar gesproken over "smiling horses" die in goede conditie zijn, maar dat wilden we eerst even navragen. De dame in kwestie, Sabine, kon ons gelukkig verzekeren dat de paarden inderdaad in goede conditie zijn en dat we bovendien een makkelijkere route zullen nemen ivm met het regenseizoen. Volgens haar komen de situaties die de Lonely Planet beschrijft vooral voor bij de tours vanuit Fortuna, omdat daar veel meer bedrijfjes zitten (door op de paarden te bezuinigen kunnen ze goedkopere tours bieden).
Om zeven uur staat onze taxi (een jeep) klaar om ons naar El Mirador te brengen, vanwaar we te paard verder zullen gaan. Onze bagage wordt met de 'jeep-boot-jeep groep' naar de boot gebracht bij Lago Arenal.
De rit per jeep duurt een klein half uur en tijdens de rit hebben we af en toe een fantastisch uitzicht op de Arenal.
Aangekomen bij El Mirador moeten we nog twintig minuten wachten omdat de paarden gezadeld moeten worden. Dit vinden we helemaal niet erg, want het hotel heeft een grote glaswand met uitzicht op Arenal. Na twintig minuten worden we naar de paarden gebracht en maken we kennis met onze gids: Ignacio, een heel jong ventje die alleen Spaans spreekt. Bianca krijgt een klein wit paardje tot haar beschikking, luisterend naar de naam Tequila (alweer? in Australie kreeg ze vorig jaar ook al eens een klein schimmeltje die Tequila heette) en ik krijg een appaloosa die ook Appaloosa heet.
We waren gisteren door Sabina al gewaarschuwd voor de eerste kilometer, maar dit pad slaat alles. Steil naar beneden in, voor de paarden, kniediepe modder. De paarden glijden ongeveer naar beneden. Appaloosa blijkt hier nog al een hekel aan te hebben en begint behoorlijk tegen te werken. Ik begin al m'n twijfels te krijgen over de tocht, maar nadat ik met Ignacio van paard heb geruild wordt het al snel beter. Ook het pad wordt beter, al blijven het steile afdalingen en beklimmingen in verschillende mates van vochtigheid. De paarden lijken er echter allemaal niet zo'n moeite mee te hebben (heel gemakkelijk volgens Ignacio, maar dat vinden we ook weer overdreven), op vlakkere gedeeltes gaan ze zelf spontaan draven.
Tijdens het eerste gedeelte van deze rit houden we zicht op de Arenal, de omgeving is erg mooi.
Na ruim twee uur staan we bovenaan een heuvel en stelt Iganacio voor om even uit te rusten. Hij heeft heerlijk verse ananas bij zich voor ons, alleen eet een kwart ananas niet erg handig. We hebben nu een mooi uitzicht op Lago Arenal. Helaas zien we ook grote donkere wolken verschijnen, we hopen maar dat ze langs zullen drijven.
Het tweede gedeelte van de tocht is iets makkelijker dan het eerste, de wegen zijn nu verstevigd met gravel waardoor de paarden in ieder geval niet meer uitglijden in de modder. Wel lopen ze nog steeds behoedzaam ivm losse stenen. Het laatste half uur krijgen we toch nog een gigantische bui op onze kop, zodat we nat aankomen op onze bestemming, de papeleria van Rio Chiquito.
Omdat we vroeger dan verwacht in Rio Chiquito zijn is de jeep om ons naar de boot te brengen er nog niet. Ignacio heeft ondertussen enige locals in een pick-up truck bereid gevonden om ons alvast naar de boot te brengen (dan kan hij tenministe meteen terug), maar de reisleiding moet natuurlijk wel weten dat de jeep ons niet hoeft op te picken. Ignacio belt dus met het hostel in Santa Elena, die willen een van ons spreken en vervolgens nog de eigenaresse van het winkeltje. We begrijpen het allemaal niet, maar het zal wel goed komen. Na afscheid te hebben genomen van Ignacio gan we uiteindelijk met de locals op weg naar de boot, Bianca voorin bij de chauffeur en ik acherin de bak.
Bij het meer aangekomen blijkt de aanlegplaats voor de boot niet eens zichtbaar, er is niet eens een steiger o.i.d. Er is ons gezegd dat we nog ongeveer 20 minuten moeten wachten op de boot. Dat wordt ongeveer een uur en het begint weer gigantisch te regenen. De boot (klein speedbootje) komt middenin de regenbui aan en omdat het een open bootje is hopen we eerst de bui af te wachten, maar een van de mannen komt ons al tegemoet met een tweetal regencapes. Onze rugzakken liggen al keurig in vuilniszakken in de boot. De tocht over het meer is niet echt leuk; de regen striemt in onze gezichten en de boot klapt voortdurend op de golven. De harde polyester stoeltjes dragen weinig bij aan het comfort.
Na een half uur, het is inmiddels een uur, staan we aan de andere kant van het meer, waar we weer moeten wachten op de auto die ons naar Fortuna moet brengen. De chauffeur van de auto blijkt de eigenaar van Cabinas Hervi te zijn, een hotel die we al uitgezocht hadden uit de Lonely Planet. Op voorwaarde dat er warme douches zouden zijn besluiten we een kamer bij hem te nemen voor de komende twee nachten.
De hele trip naar Fortuna was in ieder geval weer een leuke belevenis. Voor $ 165 p.p. worden we op drie trajecten per auto vervoerd, zijn twee mannen met de auto naar hun bootje gereden om ons in de stromende regen aan de andere kant van het meer af te halen en hebben drie paarden en een gids totaal 7 uur (de gids ging meteen terug) gereden. Als je hier zo bij nadenkt voel je je bijna een beetje bezwaard. De Tico's zijn echter blij met touristen, ze zijn Costa Rica's voornaamste bron van inkomen.
In Fortuna raken we aan de praat met Roger, de eigenaar van cabinas Hervi. Hij vertelt ons dat we bij hem een leuke tour kunnen boeken om in de namiddag en avond de vulkaan te zien. We gaan dan eerst naar een krokodillenfarm, vervolgens naar een uitkijkpunt om de Arenal te zien en uiteindelijk naar een warmwaterbron (van waaruit we de Arenal nog steeds kunnen zien!).. Dit alles voor $ 15 p.p.
Op zich lijkt ons dit heel leuk, maar de Lonely Planet wijst ons erop dat een dergelijke tour weinig zin heeft als de bewolking laag hangt. De bewolking begint inmiddels een beetje weg te trekken, maar we twijfelen of het wel zo'n goed idee is om vandaag te gaan. De eigenaar stelt voor om tot kwart voor vijf te wachten. Als het weer dan goed is gaan we en zoniet dan kijken we de volgende dag wel weer.
Op zich schijnt de regentijd een hele goede tijd te zijn om de Arenal goed te kunnen zien, in tegenstelling tot het droge seizoen is het, wanneer het onbewolkt is, ook echt helder.
Om half vijf is de lucht aardig opgeklaard en is de Arenal zichtbaar. Om kwart voor vijf vertrekken we dan ook richting de vulkaan, we zijn weer de enige deelnemers aan deze excursie (lang leve de regentijd!). Roger brengt ons naar een vrij luxe resort aan de voet van de vulkaan. Hier gaan we eerst de krokodillen, kaaimannen en vissen bekijken (leuk, maar daar komen we niet voor). Als Roger hele verhalen afsteekt over de dieren hebben wij onze aandacht bij de vulkaan, want we zien daar al voortdurend rotsen naar beneden rollen. Roger wijst ons nog op een "witte vlek" die vlak onder de top van de vulkaan zichtbaar is. Dit blijkt een vliegtuig te zijn die een paar weken geleden twintig kilometer uit koers is geraakt en in botsing is gekomen met El Arenal. Roger heeft nog meegeholpen met de berging van de tien slachtoffers. Een paar dagen voor deze crash had El Arenal al een drietal wandelaars te pakken gehad. De vulkaan had de bewuste dag z'n as eens een keer in een afwijkende richting uitgespuwd, waardoor er twee mensen zijn omgekomen in de hete as en een derde zich nog in het ziekenhuis bevindt.
Na deze opbeurende verhalen rijdt Roger ons verder de heuvel op naar een uitkijkpunt. Het is inmiddels donker geworden en we zien nu regelmatig roodgloeiende rotsen naar beneden rollen. Het geluid van de spuwende vulkaan (een vuurwerkachtig geknetter) en het geluid van de rollende rotsen (als ze uit worden gespuwd toch enige meters in doorsnee) maakt het schouwspel compleet. Ondertussen komen er een aantal groepen aan bij het uitkijkpunt. Door alle kakelende mensen kunnen we de vulkaan nu niet meer horen. Nu hebben we het ook snel gezien en vragen we Roger om ons naar de warmwaterbron te brengen, in de hoop dat we daar nog in alle rust van de vulkaan kunnen genieten. Het water in dit zwembad is ongeveer 35 graden, heerlijk. Helaas worden we ook hier al snel gestoord door dezelfde goep mensen. Bovendien wordt het weer bewolkt en kunnen we de vulkaan niet meer zien. Tot negen uur blijven we lekker in het warme water dobberen, waarna Roger ons weer komt ophalen.
Vanochtend doen we het weer rustig aan. Om zeven uur opgestaan en gedouched. Bianca staat stijfuit van de spierpijn in haar rug, we denken dat dat komt van de op het water klappende bootje gisteren. Om acht uur gaan we lekker ontbijten in Fortuna en gaan we vervolgens naar de bank. Door de afwezige kennis van de engelse taal bij de beambte en het gebrekkig spaans van onze kant (mijn vocabulaire bestaat alleen uit "hola" en "gracias", maar gelukkig spreekt Bianca enig Spaans dankzij een recente cursus), verliep het wisselen wat moeizaam maar wel prettig. De beambte was na afloop zichtbaar tevreden over de transactie en gaf me ter afsluiting breed glimlachend een hand. We hebben twee travellers cheques gewisseld, voor de een wilden we dollars hebben en voor de andere colonnes en bovendien wilden we kleinere coupures dan wat de man ons in eerste instantie gaf. Maar goed, het is gelukt!
Het resterende deel van de ochtend brengen we door op ons balkon, al piekerend over de invulling van de rest van de vakantie. We willen in ieder geval nog naar Quepos (Manuel Antonio), maar omdat het park op maandag dicht is willen we daar niet meteen naar toe. Ook willen we liever niet terug naar San Jose, gezien onze desillusie na Tortuguero (en we hebben geen zin in een lange busreis). Uiteindelijk besluiten we om zondag naar het surfersparadijs Jacó te reizen. Op maandag kunnen we dan verder reizen naar Quepos.
Tegen twaalf uur gaan we op weg naar de Catarata (waterval). Naast de vulkaan is dit de meest bezochte attractie in Fortuna. De waterval ligt op ongeveer vijf en een halve kilometer van het centrum van Fortuna. Op zich een leuke wandeling, ware het niet dat het laatste eind van de weg vrij steil omhoog loopt. Ook is het nog eens erg benauwd weer, zweten dus! Na anderhalf uur komen we uiteindelijk aan bij een uitkijkpunt over de waterval. Vanaf dit punt kun je via een hele steile afdaling bij de voet van de waterval komen, waar je ook kunt zwemmen. Bianca gelooft het allemaal wel na de zware klim en blijft boven. Ik kan de verleiding niet weerstaan en loop toch naar beneden om een paar foto's te nemen en om even af te koelen in het water, alvorens de steile klim naar boven weer te nemen.
De terugtocht naar Fortuna valt veel minder zwaar. Voor we het weten zijn we terug en gaan we eerst even een colaatje drinken. Na het douchen gaan we nog even e-mailen, eten en weer vroeg naar bed.
Na een onrustige nacht (veel lawaai op straat) moesten we vroeg op ondat we de bus van half zes naar San Ramon willen nemen. Onderweg naar de bushalte kijken we nog eens om naar de Arenal, maar deze is net als gisteren in een dik wolkendek gehuld.
De busreis naar San Ramon duurt ongeveer twee uur. Er valt genoeg te zien onderweg, maar wij gebruiken een deel van de reis om wat slaap in te halen. In San Ramon blijkt dat we ruim twee uur moeten wachten op de bus naar Puntarenas, die om kwart voor tien vertrekt. Uiteindelijk arriveert de bus pas om tien uur en wil de buschauffeeur ons ook nog eens laten wachten met instappen omdat we bagage hebben. Bianca stapt alvast in om ons van zitplaatsen te verzekeren en ik blijf wachten todat iedereen is ingestapt en de chauffeur er niet meer onderuit kan om achter het stuur vandaan te komen om het bagageluik te openen. Bianca is ondertussen boos op de Tico's voor ons in de bus. In haar beste spaans vroeg ze of ze hun stoel naar voren willen zetten, maar de jongens deden of ze haar niet verstonden en maakten er een geintje van.
Gelukkig komen we al na anderhalf uur aan in Puntarenas. De eerstvolgende bus naar Jacó gaat echter pas om half drie, zodat we weer drie uur moeten wachten. Gelukkig is het stralend weer en we installeren ons op een terrasje. We zitten vlak bij de pier waar twee enorme cruise schepen liggen. Een van de twee blijkt "onze" Mercury te zijn, het schip wat een paar jaar geleden is afgebouwd in de Eemshaven.
Rond de pier bevinden zich tal van souvenir winkeltjes en -stalletjes. We hoeven ons hier in ieder geval niet te vervelen. De aangeboden koopwaar is niet veels soeps en heeft, afgezien van de pakken Britt-koffie, weinig met Costa Rica te maken, maar het ziet er allemaal heel gezellig uit.
De busrit naar Jacó is, evenals de vorige rit, ook niet zo'n succes. Deze keer wordt dat veroorzaakt door een kudde gillende scouting kids die achter ons zitten. Uiteindelijk zijn we na een dag afzien om vier uur in Jacó. We zijn nog niet uit de bus gestapt of we zien de twee Nederlanse jongens weer. Eigenlijk zouden we ze nu toch eens naar hun namen moeten vragen. Zij zijn, net als ons, van plan om later deze week naar Manuel Antonio te gaan. Daar zullen we ze ongetwijfeld weer tegenkomen.
We vinden een kamer bij een gastvrije mevrouw die dol is op Nederlandse gasten. Ze blijft maar doorkletsen in het Spaans met enige woorden Engels. De kamer is eenvoudig, ruim en schoon en kost $13 per nacht (Cabinas Jacomar).
De rest van de dag slenteren we een beetje over het strand, door het plaatsje en gaan we even een hapje eten. Weer op tijd naar bed.
In de Lonely Planet hadden we gelezen over Jardin Gaia. Een opvangcentrum voor wilde dieren waar ze na eventuele verzorging weer teruggeplaatst worden in de natuur. Daar aangekomen blijkt alles gesloten te zijn. Bij de ingang zien we nu ook op een bord dat het centrum vanaf Augustus 2000 gesloten is. We hadden gisteravond bij Escado Frio nog wel gevraagd of het open was...
Gelukkig komt er al snel weer een bus langs en aangekomen in Quepos drinken we een kopje koffie bij Milagro. Omdat we pas om 12 uur zullen vertrekken hebben we tijd om wat souvenirs te kopen. We kopen een kapmes (hier zie je ook werkelijk veel Tico's mee lopen), een wollen tasje (waarschijnlijk uit Guatamala maar je ziet er veel vrouwen mee op straat) en een paar schoenen van het type teenslipper (vrouwen...). Daarna hebben we nog even wat afkoeling gezocht op onze kamer want het is vandaag weer erg warm.
Even na twaalfen vertrekt onze bus naar San Jose. Het eerste stuk rijden we langs de kust in noordwestelijke richting. Aan de linkerhand zien we de kust waar de zon schijnt en aan de rechterkangt zien we de bergen waarboven zware bewolking hangt. Halverwege gaat onze weg het binnenland in en komen we door een paar flinke onweersbuien. In San Jose aangekomen stopt de bus in een straat achter het busstation. Het is hier niet overdekt en aangezien de regen nog steeds met bakken uit de hemel komt ben ik na het uitladen van de rugzakken kletsnat. Na ca. 15 minuten weten we een taxi aan te houden die ons naar hotel Alanjuez brengt. Hier is gelukkig nog een kamer vrij ($29,- per nacht). We willen gelijk voor 2 nachten boeken maar voor de volgende dag is geen kamer vrij. We worden op een wachtlijst gezet en de volgende dag om 9.00 u. zal men ons kunnen vertellen of er alsnog een kamer vrij komt.
Na onze bagage naar de kamer te hebben gebracht drinken we in de lounge eerst een (gratis) bakje koffie en gaan daarna nog even internetten (gratis voor 15 min.). 's Avonds eten we bij 'Snax', een soort Mc Donalds maar dan met Toci-food (soort kruising tussen een McDonald en een Soda). Op onze kamer hebben we een televisie zodat we kunnen zien hoe Bush en Core elkaar zwart proberen te maken in hun debat voor de presidentsverkiezingen. Rare mensen die Amerikanen. Het nadeel van een t.v. op de kamer is dat de kamer naast je ook een t.v. heeft. Wij hebben de pech dat er ook nog eens een amerikaan op de kamer zit zodat de t.v. asociaal hard aan staat en de amerikaan het nodig vindt om op z'n amerikaans te lachen en kuchen (met veel volume dus). Na een tijdje toch maar op de deur geklopt met het verzoek of het wat zachter kan. Dat helpt maar onderstussen wel zo geërgerd dat het een onrustige nacht wordt...
Om 7 uur wakker geworden. Gelijk de t.v. maar even aangezet zodat we ook kunnen zien waar onze amerikaanse buurman naar kijkt (horen is nl. weer geen probleem). Het blijkt CNN live te zijn. Een grappige zender; het geeft je de indruk dat je midden in een nieuwe golfoorlog zit.
Om 9.00 u. blijkt er nog geen kamer vrij te zijn. We besluiten daarom naar een ander hotel te gaan t.w. hotel Marlyn, iets goedkoper ($14,-) en iets verder in het centrum van de stan en volgens de Lonely Planet erg veilig.
De voordeur bestaat inderdaad uit een dik metalen hek die door de eigenaar wordt geopend wanneer er iemand in of uit gaat. We gaan de stad in om te kijken of we een goedkope excursie naar de vulkaan Poas kunnen regelen. We weten dat Aranjuez er een aanbiedt voor $28,- pp. (een halve dag). We bezoeken een aantal touristinformation-kantoren. De eerste spreekt geen engels(!?) behalve "What is your name?". Het enige dat hij ons aanbiedt is een tour van een hele dag (a $79,-) die ons naast Poas bij een heleboel andere plekken brengt. De tweede bevindt zich, net als de eerste overigens, in een soort kantoorgebouw ergens op de afgelegen kamer. Een vrouw vraagt of we willen gaan zitten en vraagt naar onze namen (dezelfde training gehad?). We vertellen dat we een excursie naar Poas willen en wel alleen naar Poas. Ze komt daarop met een folder van '4 in 1 day' oftewel Poas en nog 3 ander plekken (voor $79,-). We zeiden toch duidelijk 'alleen naar Poas'. 'Ja maar', begint ze, ' alleen naar Poas kost $60,- dus voor een paar dollar meer heb je een excursie van een hele dag'. Daarop laten wij haar de folder zien van Aranjuez waarop zij belt met de touroperator. Volgens haar kost de tour $35,- (opeens $25,- minder!) maar zij kan hem aanbieden voor $32,-. De volgende dan maar. Ook weer een kamer op een etage van een kantoorgebouw. 'Hoe komen we zo goedkoop mogelijk bij Poas' vragen we om gelijk maar duidelijk te maken wat we willen. 'lopend' antwoordt de (engels sprekende) touristoffice medewerker gevat. Maar hij biedt ook nog de mogelijkheid om met de bus te gaan, maar die rijdt alleen in het weekend.
De volgende touristinformation bevint zich bij het goudmuseum. Deze stelt voor om met de Poas-express te gaan. Deze vertrekt dagelijks om 7.30 u. vanuit San Jose naar Poas en gaat om 14.30 u. weer terug naar San Jose. Dus niet alleen in het weekend zoals verteld bij de vorige Touristinformation.
Onder het genot van een kopje koffie nemen we de opties nog eens door en we besluiten om met de Poas-express te gaan. Ondertussen mijn schoenen laten poetsen door een jongetje. Mijn 'Blundstones' hebben nog nooit zo geglommen.
Omdat we de volgende dag pas in de loop van de middag terugkomen besluiten we nu vast naar het nabij gelegen Moravia te gaan (we zouden anders de volgende dag gaan). De busrit vanuit San Jose naar Moravia duurt ongeveer 20 minuten (7 km.,c65)). In de straat waar we uitstappen vinden we veel grote souvenirswinkels. We wilden naar Moravia omdat hier volgende Lonely Planet een grote lederzaak zit dat van oorsprong een zadelmakerij is. 'Le Caballo Blance', zoals de zaak heet, stelt echter weinig voor. Daarvoor hadden we niet naar Moravia hoeven komen. In een supermarkt kopen we een paar pakken koffie voor het thuisfront en bij de bank wisselen we nog een traveller cheque. Daarna weer terug naar San Jose voor de laatste boodschappen.
We eten bij Vishnu, een vegetarisch restaurant. Het eten is erg lekker. Het probleem is echter dat wij beiden last hebben gekregen van onze darmen (met Bianca gaat het nu net weer iets beter) zodat we na elke maaltijd kunnen rekenen op maagkrampen gevolgd door een bezoek aan het toilet.
Teruggekomen op onze kamer blijkt deze te grenzen aan een ruimte waar mensen graag hard de tv/radio aan mogen hebben. Misschien komt het omdat we thuis op het platteland geen lawaai gewend zijn maar soms heb je van die momenten dat je even geen lawaai aan je hoofd wil hebben. Ik heb het regelmatig als ik door San Jose loop en me niet meer verstaanbaar kan maken door het lawaai. Bianca heeft het deze avond op de kamer. Normaal een plek waar je tot rust kunt komen maar nu een kakafonie van stemmen, straatlawaai en televisie. Aangezien de meeste kamers van het hotel leeg waren heb ik, met behulp van een engels/spaans sprekende gast van het hotel, gevraagd of we een andere kamer konden krijgen. Dat was om een of andere reden nogal moeilijk maar men kon me verzekeren dat we na 21.00 u. geen last meer zouden hebben van geluiden uit de aangrenzende ruimte. We zullen zien...
Het was redelijk rustig vannacht en we hebben goed geslapen. Om 7 uur zijn we opgestaan, de boel rustig opgepakt en om 8 uur zijn we met een taxi naar het busstation gereden. Uiteraard kwamen we Marcel en Martijn hier weer tegen..
We hebben de bagage alvast meegenomen omdat we op de terugreis in Alanjuela willen uitstappen. De rit duurt zo'n 2 uur. Tien kilometer voor Poas worden we getracteerd op een (overbodige) korte pauze bij een kraampje aan de kant van de weg. Waarschijnlijk bekenden van de buschauffeur.
Bij de vulkaan, of beter gezegd krater (2704 m) is het een stuk frisser dan in San Jose. We zijn dan ook blij dat we wat extra kleding hebben meegenomen. Van het visitorscenter (zwaar gesponsord door Cafe Britt) waar we zijn afgezet is het nog ongeveer 10 minuten lopen naar de krater. Deze is kleiner dan we gedacht hadden (doorsnede van 1,5 km en 300 m. diep). Het blauwe water inde krater lijkt heel onwerkelijk. Net alsof je door een gat naar de lucht kijkt. Vanaf de krater is er een wandelpad (20 min.) naar een meer. Op weg hiernaar toe en bij het meer zien we diverse bergeekhoorntjes (ordilla de montana). Door de vele toeristen die hier komen zijn ze vrij mak. Ze eten gewoon uit onze hand. Waarschijnlijk is dit helemaal verkeerd maar we kunnen de verleiding niet weerstaan. Om 14.30 u. is het dan weer tijd om in de bus te stappen. Onderweg naar Alanjuela rijden we langs diverse koffieplantages. Als we meer tijd hadden gehad dan was het wel leuk geweest om een koffietour te boeken. Al kan ik niet zeggen dat de koffie hier nu zo lekkerder is dan onze eigen koffie van de Aldi.
In Alanjuela aangekomen hebben we een taxi genomen naar het hotel. Ondanks de naam van het hotel, de straatnaam (weer een combinatie van Calle en Avenidas) en een kaartje waarop het hotel staat aangegeven wist de taxichauffeur nog niet waar hij heen moest. In Alanjuela werkt men, nog meer dan in San Jose, met 'citymarks' (bijv. '2 blokken vanaf het park' of 'tussen de supermarkt en de bank'). Nadat de chauffeur ergens was uitgestapt om het een en ander na te vragen reed hij ons gelukkig naar het juiste hotel (hotel Mango Verde). Ondanks dat het hotel zich midden in de stad bevindt is het er vrij rustig. Er hangt een aangename, gezellige sfeer. De eigenaar (Ricardo) is vriendelijk en hij heeft een leuke hond (type pitbull). 's Middags hebben we nog wat in de stad rondgelopen, een broodje gegeten en later gegeten bij een klein restaurant vlak bij het hotel. 's Avonds vroeg op bed want om 3.15 u. gaan we er al weer uit omdat we om 4.00 u. op het vliegveld moeten zijn.
Vanochtend om 3.15 opgestaan, een taxi genomen naar het vliegveld waar we netjes om 4.00 u. aankomen. Het eerste deel van de terugreis is van San Jose naar Mexico City. Het is halfbewolkt en onderweg hebben we een prachtig uitzicht op de vulkaan El Popo (Popocatepetl, Mexico). De vulkaan steekt half tussen de wolken en uit de deels besneeuwde top rijst een flinke rookpluim. Een prachtig gezicht. Op deze manier verandert een saaie vermoeiende terugreis toch nog een beetje in een bonustrack van de vakantie. Tijdens de landing in Mexico City krijgen we nog eens goed te zien hoe immens groot deze stad eigenlijk is.
De rest van de terugreis verloopt zonder noemenswaardige gebeurtenissen: proberen te slapen wat niet lukt, een filmpje kijken en af en toe een maaltijdje naar binnenschuiven. Het eten was overigens voor de verandering best goed.
Tegen 7 's ochtends komen we dan weer aan in Nederland en zit deze vakantie er dan echt weer op.