Australie 2001

Vrijdag en zaterdag 6 & 7 april

Om 6:45 uur uit Kantens vertrokken en ondanks de treinstaking toch nog om tien uur op Schiphol. Onderweg naar Singapore krijgen we na het ontbijt in het vliegtuig een aangename verrrassing. We worden gefeliciteerd met ons huwelijk en krijgen van Singapore Airlines een bruidstaart met champagne aangeboden. Omdat we net hebben gegeten krijgen we de taart mee in een doos. Het probleem is dat we de taart op moeten hebben voordat we in Australie aankomen. Op Shangi Airport delen we dus maar wat stukken uit aan een paar schoonmakers. droomauto
Deze hadden we graag als trouwauto willen hebben
maar helaas...
Uiteraard proeven we zelf ook een stukje, ondertussen genietend van het uitzicht op een prachtige citroengele BMW Z3 Roadster. Onderweg naar Brisbane eten we de rest van de taart op. Na een nogal ruwe landing in Brisbane (zaterdag 7 april) gaan we met de shuttlebus naar de YHA. We hebben per e-mail een kamer geboekt, maar er blijkt geen kam over te zijn voor ons. Omdat we niet vooraf hebben betaald is de kamer weggegeven. Dit ondanks het feit dat we duidelijk hadden aangegeven dat we laat zouden aankomen. Voor de eerste nacht mogen we nu in de invalidenkamer slapen op de begane grond om vervolgens de volgende dag weer te moeten verhuizen naar een andere kamer. Om 22:00 uur plaatselijke tijd liggen we uitgeteld in onze bedjes.

Zondag 8 april

Van uitslapen was geen sprake, we hebben alleen vandaag om Brisbane te verkennen en die tijd moeten we goed benutten. Hoewel het zondag is zijn vrijwel alle winkels in de binnenstad open. Dus op zoek naar zwarte Blundstones voor Bianca. Na heel veel winkels komen we tot de conclusie dat men in Brisbane niet de juiste Blundstones verkoopt voor een geschikte prijs, althans niet in het zwart. Die enkele winkel die ze in het zwart heeft voor de juiste prijs heeft de juiste maat weer niet op voorraad. Aaarghh!! SouthBank
Southbank.
Omdat we niet onze hele dag willen laten verzieken door een stel laarsjes nemen we de citycat (boot) naar de Southbank Parklands. In dit park vind je de City Beach, een kunstmatig strand aan de rand van de rivier. Evenals aan de andere kant van de rivier hebben ze ook hier de Riverside Sunday Markets, bestaande uit heel veel kraampjes met overbodige prullen. Onze interesse heeft het in ieder geval niet, half Brisbane schijnt daar echter anders over te denken gezien de drukte.

Tegen tweeen besluiten we de bus te pakken naar het Lone Pine Koala Sanctuary. koala
Het blijven leuke beesten om naar te
kijken deze Koalaberen.
Hiervoor moeten we eerst weer met de Citycat naar de andere kant van de rivier om vervolgens de juiste bus proberen te vinden temidden van tientallen bushaltes.

Het koalapark is erg mooi met ook ontzettend veel koalas, veel meer dan we ooit in andere koalaparken hebben gezien. Omdat we de kangaroes toch ook weer erg leuk vinden kopen we een zakje voer en gaan gezellig tussen de beestjes in zitten om ze te voeren. Het park sluit om 5 uur en om half zes vertrekt de bus naar Brisbane. Vanuit het centrum van Brisbane lopen we terug naar het YHA en lopen we bij het Transit Centre naar binnen om even wat te eten. Net als tijdens de lunch eten we bij een Thais fastfood stalletje. De aldaar gehanteerde formule bevalt ons prima. Je koopt er een bakje van een bepaalde grootte en mag deze vervolgens zelf volscheppen. De basis is meestal rijst of noodles en daarbij kun je kiezen uit diverse soorten vlees. Het eten is niet duur (5-6 dollar) en verrassend lekker.

Maandag 9 april

We zijn nog niet in het nieuwe ritme gekomen en we waren vannacht dan ook regelmatig wakker. Om 6:45 staan we op en stoppen we de laatste spullen in onze rugzak. Een kunst op zich, want doordat we dit jaar voor het eerst een tent hebben meegenomen zijn de rugzakken goed vol. Immers met een tent alleen ben je er niet, je hebt ook matjes, slaapzakken, eet-en kookgerei etc. nodig.

Na een overheerlijk ontbijtje van rozijnentoast, vers fruit en yoghurt lopen we met de rugzakken op naar het Transitcentre. Het is maar ongeveer een kwartier lopen maar we zijn blij wanneer we de zware rugzakken weer van onze schouders kunnen laten glijden. In het Transit Centre bevindt zich ook een Tourist Information balie en omdat we toch nog op de bus moeten wachten benutten we onze tijd door hier alvast twee overnachtingen te boeken in het Colonial Bacpackers Hostel in Hervey Bay plus onze geplande dagtocht naar Fraser Island.

De bus vetrekt om half negen en de rit naar Hervey Bay duurt ongeveer vijf en een half uur, inclusief drie kwartier pauze bij een Roadhouse. De bus is helemaal vol dus we zijn blij dat we van tevoren hebben geboekt.

Het hostel in Hervey Bay is ruim, rustig en naar verhouding vrij luxe. Het ligt niet in het centrum van Hervey Bay zoals de meeste hostels, maar dicht bij de haven. ‘s Middags besluiten we naar de haven te lopen, maar omdat daar weinig te zien is lopen we naar de Woolworths (Woollies). Evenals in Brisbane hebben ze ook hier een Brumby’s broodjeswinkel. Bianca ontdekt dat de verkoopsters leuke zwarte petjes ophebben met de naam Brumby’s erop en legt uit dat haar paard Brumby heet en ze daarom graag zo’n petje zou willen hebben. De petjes zijn helaas niet te koop en daarom blijft het bij een linnen Brumby’s tas.

‘s Avonds eten we in het hostel. We maken daar gebruik van de aanbieding: voor 10 AUD krijg je diner en ontbijt. Het eten is er erg goed.

Dinsdag 10 april

Om tien over acht haalt de bus van Fraser Venture ons op van het hostel. De bus (dubbeldekker) is al aardig vol met (te)veel Duitsers. Na een bustochtje van een half uur worden we overgeladen op de veerboot die ons in een half uur naar Fraser Island zal brengen. Om 9 uur zijn we op het eiland. Helaas is het vandaag bewolkt en regent het af en toe. Niet echt ideaal weer voor een bezoek aan het eiland. We moeten maar hopen dat het zoveel mogelijk droog blijft. Onze eerst stop is Lake Birrabeen. Ondanks de bewolking ziet het er prachtig uit met de hagelwitte stranden om een blauw meer. Het zand schijnt een nogal speciale samenstelling te hebben, je kunt er je sieraden goed mee poetsen maar het gebruiken voor cement kan weer niet. Dus op ‘s werelds grootste zandeiland voert men zand aan om te kunnen metselen! Wanggoolba Creek
Wanggoolba Creek
De trip gaat verder naar Central Station, het voormalig boswachterskamp, waar we een korte wandeling maken langs Wanggoolba Creek. Dit is een helder beekje wat door een mooi stukje regenwoud loopt.

Onze gids vertelt ons dat Fraser Island aan het begin van de vorige eeuw een belangrijke bron was voor hardhout, hij weet ook alle boomsoorten te benoemen en aan te wijzen. Helaas blijft hij dat de rest van de dag doen.

Voor de lunch worden we naar het Eurong Beach Resort gebracht, waar een heerlijk buffet gereed staat. Dus eten zoveel je wilt (ofwel: meer dan goed voor je is). Na de lunch stappen we weer in de 4WD bus en gaan we het strand op. Cathedrals
Het strand dient als autoweg en als start- en langingsbaan...
Een aantal mensen kiezen ervoor om een rondvlucht te maken in een piepklein vliegtuigje, deze mensen pikken we een half uur later langs het strand weer op. We rijden door tot de Cathedrals, een rotswand bestaande uit rood en geel zandsteen. Helaas begint het nu echt hard te regenen en maken we snel even een foto voordat we de bus weer invluchten. Ook bij de volgende stop, het Maheno schipwrak, regent het nog steeds pijpestelen. Terry, de gids/chauffeur, zet de bus zo neer dat we uit de regen kunnen staan om even een foto te nemen. De laatste stop vandaag is Eli Creek. Met onze regencapes aan lopen we langs dit beekje met helder stromend water. Via het Eurong Beach Resort keren we weer terug naar de plek waar de veerboot op ons wacht en om vijf uur zetten we weer voet aan vaste wal.

Woensdag 11 april

Vandaag wordt voornamelijk een reisdag, maar omdat onze bus pas rond het middaguur vertrekt slapen we een beetje uit en hangen we wat rond bij het zwembad. Om half twaalf brengt het busje van het hostel ons naar het busstation van McCaffertys. De bus komt echter een uur later dan verwacht aan. Om half twee vertrekken we dan eindelijk richting Rockhampton. Om zeven uur ‘s avonds komen we in Rocky aan en staat er al weer een busje van de YHA klaar om ons af te halen. ‘s Avonds voor ons doen luxe gegeten, in een Mexicaans restaurant, Cactus Jacks.

Donderdag 12 april

Samen met een aantal mensen uit het hostel nemen we om 6 uur een taxi naar het busstation. De bus naar Dululu vertrekt om kwart voor zeven en na een rit van een uur worden we in Dululu opgewacht door Olive, de mam van Myella. Het is nog bijna een uur rijden naar Myella en wanneer we daar aankomen kunnen we na een laat ontbijtje meteen gaan paardrijden. Het weer is in ieder geval fantastisch, geen wolkje aan de lucht. Na een korte instructie van hulp Alwyn gaan we te paard de bush in, d.w.z. open vlaktes met hier en daar een boabab boom en zo nu en dan door het bos (scrub). Af en toe zien we een grijze kangaroo en uiteraard ook koeien. Of beter gezegd ossen, daar hebben ze op Myella zo’n vierhonderd van. Midget
Midget, the pet kangaroo
Nadat Alwyn heeft geconstateerd dat de meeste mensen van onze groep in meer of mindere mate kunnen rijden mogen we een voor een een stuk galloperen over een enorme vlakte. Na bijna drie uur komen we met zadelpijn weer aan bij Myella en kunnen we aanschuiven voor de lunch. Maar niet voordat ik baby kangaroo Midget heb gevoerd met de fles.

Na de lunch krijgen we motorrijles van Peter, de vader van het gezin Eather. Voordat je op eigen gelegenheid rond mag rijden moet je eerst het zgn., Myella rijbewijs halen. Bianca mag ook nog een stukje op de Quad rijden, helaas mogen hier geen mannen op omdat er maar een quad beschikbaar is en de mannen in staat worden geacht met een motor te kunnen rijden.

Aan het eind van de middag gaan we mee met de farm tour. Lyn, de dochter, neemt de 4WD mee en wie de voorkeur geeft aan de motor mag met de motor meerijden. Lyn laat ons alle uithoeken van het landgoed zien (2 bij 5 kilometer) en vertelt over het reilen en zeilen van het bedrijf. Ook weet ze veel te vertellen over de natuur en de dieren die er leven. Ze laat ons spinnenwebben zien waarvan de draad net zo sterk is als dun nylondraad.

Als we terugkomen is Alwyn ondertussen begonnen met melken, uiteraard met de hand, en kalfjes voeren.

Na een heerlijk diner raken we aan de praat met Alwyn. Omdat het momenteel vrij druk is op Myella helpt hij de familie Eather een handje. Leuk detail is dat Alwyn vroeger op deze plek is opgegroeid en eigenlijk bij toeval hier weer werkt doordat de familie Eahther het bedrijf nu in handen heeft. Alwyn is in de 60 en erg actief in de endurance sport. Hij heeft een drietal paarden bij zich die iedere dag moeten worden getraind.

Vrijdag 13 april

Vandaag lukt het ons om een beetje uit te slapen. Tegen half acht staan we op. We gaan even bij de paarden kijken die dan net worden gevoerd. Omdat er nog een paar missen vraagt Alwyn een Bikie (iemand op de motor) om ze te gaan zoeken. Ik ben uiteraard meteen onderweg om een motor te halen en het duurt niet lang voordat ik de paarden met motor naar de stal heb gebracht. mutering
Het echte Australie gevoel
Na het ontbijt gaan we weer paardrijden, vandaag moeten er enkele groepen koeien thuis worden gebracht. Nadat we de grootste groep van ongeveer vijftig koeien in de kraal hebben gedreven worden ze behandeld tegen de vliegen (buffalo flies) en een enkeling wordt onthoornd. De groep ruiters is vanwege zadelpijn inmiddels gereduceerd tot zes en met dit groepje mensen brengen we het vee naar een ander stuk land, een paar kilometer rijden. Ik rijd samen met Alwyn en twee anderen voor de koeien en Bianca samen met Claire uit Engeland achteraan. Dit is het echte Australie gevoel!

Campdraft
Nationale kampioenschappen Campdraft

Na de lunch en nadat Lyn een demonstratie heeft gegeven met de zweep (cracking the whip) stappen we in de bus en gaan we naar Baralaba, het dichtsbijzijnde plaatsje met ongeveer 250 inwoners. Hier worden de nationale kampioenschappen Camp Drafting gehouden. Een ruiter moet een koe van de kudde afscheiden en zodra hij dat heeft gedaan gaan op zijn sein de hekken open en moet hij de koe langs een tweetal punten leiden en vervolgens door een poortje. Mocht blijken dat dit niet lukt dan knalt de jury met de zweep en is de betreffende deelnemer gediskwalificeerd. Om het parcours staat het vol met trailers en paarden, maar ondanks dat het een nationaal kampioenschap is zijn er weinig toeschouwers.

Helaas wil het grootste gedeelte van de Myella gasten weer zo snel mogelijk weg en zijn we om vijf uur al weer terug. Met een aantal mensen pakken we de pickup en gaan we de zonsondergang bekijken die door het ontbreken van de bewolking niet erg spectaculair is.

Na het diner laat Peter ons de sterrenhemel zien, hij weet enorm veel over sterren en planeten te vertellen. Eindelijk weten we nu waar we het Zuiderkruis moeten zoeken.

Daarna vroeg naar bed want ik ga om vier uur (!) rijden met Alwyn om zijn paarden te trainen.

Zaterdag 14 april

Vannacht slecht geslapen omdat ik er zo vroeg uit moest en bang was om de wekker (horloge) niet te horen. Uiteindelijk om kwart over drie maar opgestaan, aangekleed en naar buiten gelopen waardoor Alwyn ook wakker werd. Edward the horsemusterer
Horsemuster
Hij slaapt namelijk buiten op de veranda in zijn swag. Eerst nog een ontbijt gegeten (biefstuk met eieren en toast) waarna we de paarden van Alwyn voeren. Omdat Helen niet mee wilde neemt Alwyn zijn derde paard mee aan de hand. Onvoorstelbaar hoeveel je kunt zien met een heldere hemel en een halfvolle maan. In totaal rijden we vijftien kilometer in het donker op de normale autoweg, zonder een auto tegen te komen overigens. Zodra we terug zijn worden de andere paarden gevoerd. Samen met Claire vul ik de voederbakken (overdwars doorgesneden jerrycans) met verschillende soorten voer en mixen we het vervolgens met water. Alle paarden lopen het grootste deel van de tijd in het land, maar ‘s ochtends tegen voedertijd komen ze naar de stallen (mede door het "Com’on big fellas" geroep van Alwyn). Net als gisteren komen er een aantal paarden niet opdagen en ga ik weer met de motor naar ze op zoek.Deze keer lukt het me niet om alle paarden te vinden omdat ze waarschijnlijk tussen de bomen en het struikgewas lopen. Alwyn zadelt daarom een paard voor me op, zodat ik nu te paard kan gaan zoeken op plekken waar ik met de motor niet kon komen.

Na het ontbijt gaan we weer met de hele groep paardrijden. Op een grote vlakte doen we per tweetal het campdraften na. De een speelt voor ruiter, de ander voor koe.

Na de lunch ga ik Alwyn helpen de stands uit te mesten totdat Bianca vraagt of ik ook met Lyn mee wil naar de buren om de geiten en de duiven te bekijken. Lyn heeft de schoolbus die bij de buren staat nodig, want omdat haar ouders met hun eigen bus naar Rockhampton zijn wil Lyn ons meenemen naar de barbecue in Baralaba zodat zij niet hoeft te koken. De barbecue is op het camp draft terrein. De steaks zijn niet echt lekker, maar het toetje (apple crumble met custard) maakt weer veel goed. Later op de avond zijn er nog calf wrestling wedstrijden maar omdat de meesten terug willen naar Myella kunnen we helaas niet kijken. Terug op Myella gaan we meteen slapen want ik ga morgenochtend weer met Alwyn mee rijden.

Zondag 15 april

Vandaag om twintig voor vier uur opgestaan. Weer een ontbijt met bieftsuk en ei gehad (moet er nog steeds aan wennen) met een kop koffie. Er gaat deze keer nog iemand mee, Kim die gisteren met har ouders en broer en zus is aangekomen. Vandaag gaat de tocht over het land en gelukkig wordt er niet al te veel gedraafd, want inmiddels heb ik toch wel wat spierpijn van al dat paardrijden. De paarden blijken zich goed te kunnen redden in het donker want ondanks dat we over boomstammen en door struiken moeten lopen houden ze zich goed staande.

Bianca en Midget
Bianca en Midget

Na de rit hetzelfde ritueel als gisteren: de paarden afzadelen, de andere paarden ophalen en voeren en de achtergebleven paarden ophalen. Vervolgens ontbijten en weer met de groep op pad.

Na de lunch slaat de vermoeidheid toe en ga ik even op bed liggen terwijl Bianca in het bijzijn van kangaroo Midget een boek leest. Later op de middag ga ik weer verder met de website van Lyn. Ook Bianca komt na een tijdje kijken. Ze heeft ruzie gekregen met de kangaroo die haar boek wilde afpakken en er uiteindelijk ook in slaagde er een hap uit te nemen.

Na het diner blijven we nog even kletsen met de andere gasten, maar als een happy family (uit Australie: moeder, vriend van moeder en twee hele dikke dochtertjes) liedjes gaan zingen wordt het ons teveel en zoeken we ons bed op.

Maandag 16 april

Vanochtend niet met Alwyn meegereden omdat ik toch wel wat slaap nodig had. Toch nog om zes uur opgestaan om te kijken of ik Alwyn kon helpen met voeren, maar die was al klaar.

Op naar de top
Op weg naar de top

Omdat er vandaag een grote groep nieuwe gasten komt gaan we eerst een uurtje rijden met een kleinere groep, zodat de nieuwe gasten daarna kunnen rijden. Een engels stel, een duits meisje en Bianca en ik gaan met Alwyn mee naar een heuvel waar we nog niet eerder zijn geweest. Omdat we met een kleine groep ervaren ruiters zijn kunnen we behoorlijke stukken galloperen. De tocht brengt ons bij een heuvel vanwaar we een mooi uitzicht hebben over de omgeving. De heuvel blijkt Alwyns vroegere verstopplek te zijn als ie weer eens geen zin had om naar school te gaan.

Als we terugkomen maakt de nieuwe groep zich klaar om te gaan rijden. We helpen een paar mensen met opzadelen en kunnen Alwyn eindelijk filmen wanneer hij instructies geeft.

‘s Middags doen we lekker rustig aan. Gewoon in een stoel zitten en genieten met Midget gezellig tussen ons in. Na het eten weer vroeg slapen want morgenochtend ga ik samen met de Duitse weer met Alwyn mee.

Dinsdag 17 april

De Millennium toren
Bianca bij de Millennium toren

Vanochtend weer een mooie rit gemaakt, vooral als het licht wordt in het oosten, de bomen als silhouet zichtbaar worden en Venus als een heldere ster te zien is.

Na het ontbijt weer paardrijden. Vanwege de grootte van de groep wordt de groep in tweeen gesplitst. Wij gaan met Alwyn en de ervaren ruiters mee en rijden een rit van 12 kilometer naar de Millennium toren. Een drietal engelse meisjes hebben hun rijkwaliteiten echter zwaar overschat en zitten ze na het eerste drafje al meer huilend dan lachend op het paard. Helaas moet de groep hier wel rekening mee houden en wordt het een rustig ritje.

Na de lunch help ik Alwyn een tijdje om wat hekken te repareren. Alles wat ze hiervoor nodig hebben is een boomstam , een boor en vooral veel ijzerdraad.

Woensdag 18 april

Vandaag is onze laatste dag op Myella. Vanochtend geen rit met Alwyn omdat de paarden nu op rust gaan tot hun volgende endurance wedstrijd komend weekend. Toch wordt ik om vijf uur wakker en sta ik op om te kijken of ik nog kan helpen af anders nog een paar mooie foto’s te kunnen nemen. Alwyn
Alwyn
Er zijn al meer mensen op en omdat het voer voor de paarden al klaar staat besluit ik wat foto’s te nemen van de opkomende zon. Met kangaroo Midget achter me aan neem ik een aantal mooie foto’s. Iedere keer als ik blijf staan stopt Midget ook, loop ik verder dan volgt ze weer. Geweldig zoiets!

Gisteren heeft Lyn gezegd dat we vandaag niet met de groep mee hoeven rijden, maar dat wij vandaag met z’n tweeen mogen gaan. Omdat Bianca’s paard Molly wondjes had op haar schoft mocht Bianca Cool Joe nemen, het paard van Peter. Ik neem natuurlijk "mijn" paard Biddy mee. De tocht is ontzettend leuk. We rijden ongeveer twee uur door de outback. Af en toe een galopje (Cool Joe is een cattlehorse en doet spontaaan vliegende galopwissels!) maar meestal gewoon in stap om beter van het landschap te kunnen genieten. Na deze laatste rit te paard nemen we de motor om gewapend met foto-en video camera nog zoveel mogelijk vast te leggen voor thuis.

‘s Middags doen we niet veel meer, we zoeken nog twee T-shirts uit en betalen de rekening. Alwyn nodigt ons uit om bij hem thuis te komen als we terug komen van Mackay. Hij woont ten noorden van Rockhampton en als het in ons schema past zijn we van harte welkom. Wij denken dat ons dat zeker zal lukken, desnoods passen we ons schema aan.

Aan het eind van de middag brengt Lyn ons naar Dululu waar we afscheid nemen van haar. McCaffertys brengt ons vanavond weer terug naar Rocky.

Donderdag 19 april

Vandaag vertrekken we voor twee dagen naar Great Keppel Island. Vanf Myella hebben we e.e.a. geregeld zodat we geen dag verliezen met onnodig rondhangen. Vanochtend hebben we onze bagage herbepakt, een deel laten we achter bij de YHA. De rest gaat mee naar Great Keppel Island. Om acht uur worden we door een busje opgehaald en worden we naar Yeppoon gebracht vanwaar de boot vertrekt. Great Keppel Island
Great Keppel Island
Op Great Keppel Island hebben we ook weer een overnachting geregeld in de YHA. We drinken een kop koffie en eten nog even een broodje voordat we naar het strand gaan. Het blijkt nogal een behoorlijke klim te zijn om bij Monkey Beach te kunnen komen. Je schijnt hier goed te kunnen snorkelen, maar ik vind het nogal tegenvallen. Het koraal ligt te dicht onder het wateroppervlak en ook loopt m’n duikbril voortdurend vol. Kortom, Bianca krijgt al snel weer gezelschap van mij op het strand. Na niet al te lange tijd besluiten we verder te lopen naar Long Beach. Tegen vieren lopen we via een makkelijker weg terug naar het hostel, nadat we onderweg nog een ijsje hebben gegeten.

Het hostel blijkt uitermate smerige douches te hebben, zoveel schimmel hebben we nog nooit in een douche bij elkaar gezien.

Bianca haar moeder is vandaag jarig en voordat we gaan eten bellen we eerst even naar Nederland om haar te feliciteren. Na het eten drinken we nog even een kop koffie en zien we ineens possums in en uit de vuilnisbakken kruipen. We schieten een half fotorolletje vol van een possum voordat we ontdekken dat het hier wemelt van deze dieren. Bij onze kamer aangekomen kunnen we het niet laten en voeren we een moeder met baby possum brood. De beestjes zijn totaal niet bang en klimmen gewoon op schoot om te schooien.

Vrijdag 20 april

Vanochtend vroeg gewekt door krijsende kraaien. We hebben besloten om vandaag al met de boot van 2 uur terug te gaan zodat we op tijd in Rockhampton zijn. Criterion
Criterion
We gaan proberen om vandaag nog een auto te regelen die we dan morgen willen ophalen. De hele ochtend hangen we wat rond op het strand, drinken koffie en kopen nog een paar T-shirts. Na de lunch blijven we op het strand zitten wachten op de boot. In Yeppoon staat het busje al weer klaar om ons naar Rocky te brengen. Omdat we pas om vijf uur in onze kamer kunnen regelen we meteen de auto. Na wat rondbellen blijkt Avis de goedkoopste te zijn. We spreken af dat we de auto de volgende dag rond de middag ophalen.

Volgens een medewerken van het hostel is het vanavond koopavond. We gaan daarom op zoek naar de Williamsstreet waar we volgens Lyn de paardenzaken kunnen vinden. De straat hebben we gauw gevonden, maar de winkels zijn gesloten. Het Target Centre (winkelcentrum) is wel open en daar vinden we de Angus en Robertson, waar Bianca een aantal boeken inslaat. Op de terugweg besluiten we te gaan eten bij het Criterion, een ierse pub waar we een barmeal bestellen. Bij het hostel drinken we nog een kop koffie en gaan we weer bijtijds naar bed.

Zaterdag 21 april

We staan om zeven uur op, fixen een ontbijtje en gaan vervolgens weer de stad in, op zoek naar Bianca’s zwarte Blunnies. Voordat we de Williamstreet inlopen leveren we eerst nog even een fotorolletje in bij de een uur service. Ik verwacht namelijk een hele mooie foto van Alwyn te hebben gemaakt. Deze is gemaakt terwijl hij ‘s ochtends zijn paard aan het beslaan was. Als de foto inderdaad mooi gelukt is willen we het laten vergroten om als cadeau mee te nemen naar Alwyn.

Alle paardensportwinkels zijn inmiddels open, maar helaas vinden we ook hier geen zwarte Blundstones. Wel kopen we nog een mooi hoofdstel voor Cobber en in een campingwinkel twee emaille bordjes en een billy. We gaan nu immers echt kamperen.

Als we de foto’s ophalen blijkt er inderdaad een mooie tussen te zitten om te laten vergroten. Dit gaat twintig minuten duren en dus gaan we een kop koffie drinken bij coffee.com.

Wanneer we terug zijn bij het hostel laten we een taxi bellen om ons naar het Avis kantoor te brengen. De auto (een Nissan Pulsar) blijkt een automaat te zijn, waar ik dus nog nooit in heb gereden. Het blijkt allemaal nog wel mee te vallen en al gauw rijden we Rockhampton uit, maar niet voordat we een voorraad proviand hebben ingeslagen bij Woolworths. Het autorijden valt qua afstand toch een beetje tegen vandaag. Rond enen zijn we Rockhampton uitegereden en om half vijf zijn we bij Sarina (ongeveer vijftig kilometer ten zuiden van Mackay) en hebben we het helemaal gehad. We beluiten de tent op te zetten bij Sarina Caravan Park. Voor het eerst kan ik mijn nieuwe benzinebrander gebruiken. We eten pasta met mais en tonijn. Daarna nog even een kop koffie (uiteraard het water gekookt in de nieuwe Billy) en snel de slaapzakken in.

Zondag 22 april

De eerste nacht in een tent is altijd weer even wennen. We hebben dan ook allebei slecht geslapen. Onze tent
Onze tent
Terwijl ik opsta en de billy op de benzinebrander zet probeert Bianca nog even door te slapen. Door de dauw is de tent nog erg nat en daarom doen we rustig aan vanochtend zodat de tent nog wat tijd heeft om te drogen. Tegen negen uur pakken we de boel op en vertrekken we naar Mackay. In de Lonely Planet hebben we gelezen dat er een alternatieve route is van Sarina door Mackay die door de suikerrietvelden loopt. We nemen deze route, die inderdaad erg leuk is, maar komen toch snel weer op de snelweg uit. In Mackay brengen we een bezoek aan het toeristen informatiecentrum. Gewapend met een hele hoop informatie over de regio vertrekken we vervolgens richting Eungella. Onderweg zou in het plaatsje Mirani een museum moeten zijn, maar deze blijkt geloten. Overal zien we suikerrietvelden en we passeren tientallen spoorbanen waarover het suikerriet per trein wordt vervoerd. We zijn echter te vroeg voor het echte suikerrietseizoen. De verwerking van het riet begint in mei.

Ongeveer vijfentwintig kilometer voor Eungella, bij het plaatsje Finch Hatton, gaan we op zoek naar het door het toeristen informatiecentrum aanbevolen Platypus Bushkamp. Het is een rustige camping , maar nergens is een beheerder te bekennen. We besluiten daarom nog even door te rijden naar Broken River. Deze plek staat in de Lonely Planet ook goed aangeschreven voor wat betreft de kans om een platypus te zien. De campground van Broken River is zeer acceptabel en je kampeert er vlak bij de rivier waarin de platypussen wonen. Op de picknickplekken is het wel erg druk, maar het ziet ernaar uit dat de meesten dagjesmensen zijn. Bianca heeft wat last van haar keel en van haar voeten, we doen het daarom rustig aan. Als Bianca bij de tent gaat zitten lezen ga ik, gewapend met video-en fotocamera, richting rivier in de hoop hier een platypus te zien. Ik heb geluk, al vrij snel zie ik er eentje zwemmen. Snel Bianca halen. Als we even later samen terugkomen is ie al weer verdwenen, maar we hoeven niet lang te wachten voordat we hem weer ontdekken. Hij komt zelfs zo dicht bij dat ik hem goed kan vastleggen op de video. Even na vieren gaan we naar het speciale platypus platform. Dit zou de beste plek zijn om de dieren te bekijken. Vandaag komen ze echter niet opdagen en om half zes gaan we weer richting tent zodat we bij het laatste beetje daglicht kunnen koken.

Maandag 23 april

Het heeft vannacht geregend en niet zo’n beetje ook. Om kwart voor vijf gaat het alarm van mijn horloge af, maar wanneer ik zo die regendruppels op de tent hoor vallen voel ik er weinig voor om op platypusjacht te gaan. Even voor zessen ga ik er toch maar uit en loop ik naar het platform. Ik ben hier niet de eerste, er is nog een ander stel. Deze keer wel platypussen bij het platform, maar omdat de beestjes vrij klein zijn en het platform hoog kun je ze niet zo heel goed zien. Terug bij de tent zet ik een kop koffie en ga ik nog even bij de rivier kijken. Geen platypus deze keer, maar het uitzicht is schitterend doordat de ochtendzon door de bomen in het water schijnt. Als Bianca ook wakker is geworden maken we onszelf een ontbijtje. We hebben afgesproekn om nog een trail te gaan lopen voordat we weggaan. Het wordt de kortste die er is, maar na een uur hebben we het ook wel weer gezien. Tot slot lopen we nog even onder de brug door en zien we op de valreep nog een platypus, redelijk dichtbij zelfs. Ik kan nog net een foto nemen, maar als ik een tweede wil maken weigert de camera. Da’s balen!

Nog voor de middag hebben we de auto ingepakt en rijden we naar Mackay. Het lukt ons hier om eindelijk Bianca’s felbegeerde zwarte Blundstones te kopen. De volgende missie wordt het Brumby petje. In Mackay zijn drie Brumby winkels en bij alledrie hebben we geen succes, hoewel de mensen erg behulpzaam zijn. We eten bij een noodlebar/internetcafe/souvenirwinkel. Het eten is er goed en goedkoop, evenals het internetten.

Met de camera hebben we minder succes. De reparateur is gauw gevonden, maar er is een onderdeeltje stuk in de lens wat de beste man uiteraard niet op voorraad heeft. De rest van de vakantie zullen we het dus met Bianca’s pocketcameraatje moeten doen.

We zetten onze tent op bij het Premier Van Caravan park aan de rand van Mackay. Het park heeft absoluut geen sfeer en we mogen onze tent opzetten naast de receptie. Gelukkig hebben ze wel een zwembad en voeren ze de lorikeets wat altijd een leuk gezicht is. Bianca is lange tijd zoet met de catalogus van Horseland waar we ‘s middags nog even zijn geweest. Ze ontdekt dat ze daar de Pat Parelli video The seven games verkopen. Ze is al heel lang op zoek naar deze video en dus gaat ze meteen Horseland bellen. Het blijkt dat ze toevallig vandaag eentje binnen hebben gekregen, dus dat betekent meteen in de auto en naar Horseland. Een uur later is ook deze buit weer binnen.

Dinsdag 24 april

Vandaag vertrekken we uit Mackay richting Yaamba, naar Alwyn. Vanaf Sarina nemen we een route door het binnenland. Bij Marlborough komen we weer op de snelweg en is het nog een dikke vijftig kilometer naar Alwyn, waar we tegen drie uur zijn. Alwyn's place
Alwyn's place
We worden heel hartelijk ontvangen en Alwyn is erg blij met de foto die we hem geven. Na de thee gaan we meteen paardrijden. Eerst gaan we met Alwyn door de heuvels en daarna wisselen we van paard en gaan we samen met de kleindochters van Alwyn (Kelsey en Jessica) over het Bonnie Doon landgoed (400 acres). Het wordt inmidels aardig donker en aan het einde van de rit, wanneer we door de rivierbedding galopperen is het helemaal donker. Je leert hier wel om op je paard te vertrouwen. Het is ongelooflijk hoe gemakkelijk deze paarden over stenen en boomstronken lopen.

Na het eten laten Alwyn en Marian (zijn vrouw) ons hun huis zien. Het is een blokhut die Alwyn samen met zijn zoon heeft gebouwd. Het ziet er prachtig uit.

We drinken nog een kop koffie met ze en gaan dan naar bed.

Woensdag 25 april

Na het ontbijt (eieren, homemade bacon en een prutje van aardappel en groente) gaan we weer met z’n allen paardrijden. Dit keer gaat ook de derde kleindochter (Emma) mee en een kennis van Alwyn. De tocht gaat weer voornamelijk door de rivierbedding en grotendeels in draf en galop. Gelukkig weten de paarden wat ze doen, want je hebt geen tijd om ze te corrigeren. Je hebt al je aandacht nodig om de takken te ontwijken. Ook een sprongetje over een boomstam is geen enkel probleem voor de paarden. Na een uur zit de rit erop en zijn zowel de paarden als wij kletsnat van het zweet. Na nog een laatste kop thee nemen we afscheid van Alwyn en Marian. Alwyn is inmiddels al weer druk bezig de route uit te zetten voor de endurance wedstrijd die over anderhalve week plaatsvind op Bonnie Doon.

We voelen ons zeer vereerd dat Alwyn ons heeft uitgenodigd, hij heeft nog nooit eerder gasten van Myella bij hem thuis uitgenodigd. Blijkbaar heeft hij het erg op prijs gesteld dat ik die ochtenden met hem ben gaan rijden om zijn paarden te trainen. Alwyn vertelde ons ook nog dat het aanbod van Lyn om met zijn tweeen te gaan rijden zeer uitzonderlijk was. Eigenlijk mag ze dat niet eens doen van de verzekering. In ieder geval geeft deze wetenschap ons nog eens extra het gevoel dat deze vakantie heel speciaal is. We hopen dat we, eenmaal thuis, het contact met deze mensen kunnen onderhouden.

Cania Gorge National Park
Cania Gorge National Park

We hebben besloten om niet via de Bruce Highway (1) te rijden, maar voor route 17 te kiezen. Deze loopt door het binnenland en daardoor is er meer te zien dan langs de snelweg. In eerste instantie waren we van plan om vandaag door te rijden naar Bundaberg, maar de afstand valt toch een beetje tegen en bovendien zijn we best moe. Vlak voor Monto ligt het Cania Gorge National Park en we besluiten dat vandaag als eindbestemming te nemen. De camping blijkt erg goed te zijn en we kunnen een rustig plekje kiezen omdat het er niet erg druk is. Nadat we de tent hebben opgezet gaan we een van de wandelroutes lopen. We moeten eerst zeven kilometer rijden om bij het startpunt te komen en vanf daar is de langste trail slechts 3,2 kilometer lopen. De omgeving doet denken aan een Indiana Jones film. Op het moment dat ik dat tegen Bianca zeg zie ik prompt een slang over het pad kruipen.

Voordat we terug rijden naar de camping rijden we nog even naar de Cania Dam waar we nog een aantal hele mooie kangaroes zien.

Op de camping worden iedere dag om vijf uur vogels gevoerd. Behalve lorikeets kunnen we zelfs Kookaburras uit onze hand laten voeren. Nooit geweten dat die beesten vlees eten, ze krijgen stukjes biefstuk (tenminste daar lijkt het op). Later, tijdens het eten zien we in het licht van de zaklantaarn opeens een beest zitten. We denken dat het een possum is, maar het springt als een kangaroe. Het blijkt een bettong te zijn. Op de plek waar vanmiddag de vogels werden gevoerd zitten er nog veel meer, allemaal op zoek naar het voer wat de vogels hebben laten liggen. Zo van dichtbij doen ze ons erg denken aan quokkas die we tijdens onze vorige vakantie in Australie op Rottnest Island hebben gezien.

Donderdag 26 april

Vanmorgen weer om zes uur opgestaan om platypussen te gaan zoeken in de rivier naast de camping. Helaas staat het helemaal droog.

Om kwart voor negen zijn we helemaal klaar met ontbijten, inpakken en kangaroes gedag zeggen en kunnen we op weg naar Bundaberg.

Onderweg zien we weer veel suikerriet, vooral wanneer we weer dichter naar de kust gaan. In het binnenland is het voornamelijk catle country. Het valt ons op dat men op veel plaatsen met de weg bezig is. De meeste wegen zijn inmiddels geasfalteerd, maar vandaag rijden we nog voor een groot deel over "unsealed roads".

Tegen twaalf uur zijn we in Bundaberg waar we eerst gaan lunchen bij Numero Uno, een italiaans restaurant dat aangeraden wordt door de Lonely Planet. Het eten nog maar nauwelijks achter de kiezen en we moeten ons nog haasten om op tijd bij de rum destillerderij te zijn om met de tour van een uur mee te kunnen. De tour is wel leuk en geeft een goed beeld hoe rum wordt gemaakt. Eigenlijk komt er niet zoveel bij kijken. Door destillatie creeer je een vloeistof met een heel hoog alcoholpercentage, welke je vervolgens voor een bepaalde tijd in een houten vat (voor de smaak) stopt om te rijpen en waarna je nog wat caramel toevoegt voor de gewenste kleur. Tenslotte wordt deze vloeistof weer aangevuld met gedemineraliseerd water om het alcoholpercentage naar beneden te brengen voor consumptie. Het meest verrassende zijn de mogelijkheden die je hebt om de rum te mixen. Aan het einde van de tour mogen we een van de mixen uitproberen. Ik neem een "dark en stormy" (mix van rum en ginger ale) en Bianca een "pink lady" (rum met lemonade, grendadine en room).Voordat we weer op pad gaan slaan we nog wat souvenirs in, waarna we doorijden naar Maryborough. We komen hier om half vier aan en hebben daarom nog wel wat tijd om iets te drinken in het centrum. We nemen een kop koffie en maken ondertussen nog even gebruik van de mogelijkheid om te internetten. Daarna wordt het tijd om de plaatselijke camping op te zoeken. Dit is voornamelijk een caravanpark met een hoog Sjonnie en Anita gehalte. Ook is het erg lawaaierig omdat het park aan de weg ligt. Het is onze laatse nacht in het tentje en we geven onze overgebeleven etenswaren daarom aan een stel Nederlandse jongens die we tegenkomen op de camping.

Vrijdag 27 april

Vandaag staan we weer vroeg op zodat we nog wat tijd hebben om wat leuks te doen. We rijden vandaag richting Brisbane en we verwachten ergens bij de Glasshouse Mountains te eindigen. Als we voldoende tijd hebben willen we nog langs het park van The Crocodile Hunter, Steve Irwin. Onderweg komen we langs het plaatsje Yandina, waar zich volgens de Lonely Planet een gemberfabriek bevindt. Bij aankomst blijkt het iets meer te zijn dan alleen een fabriek. Er is een heel complex van winkeltjes en restaurants gebouwd rond de gemberfabriek. Je kunt er zelfs allerlei soorten gemberplantjes kopen. We zien een goede video over de teelt en verwerking van gember en kijken via een groot raam in een tweetal produktieruimtes in de fabriek. Uiteraard nemen we nog een kijkje in de diverse winkeltjes en kopen we nog een lekkere ijskoffie, met echt roomijs en slagroom deze keer. Aan de overkant van de weg is een Macademia noten fabriek. Omdat we nu tcoh in de buurt zijn gaan we hier ook nog even kijken, maar er blijkt niet veel te zien.

Jumping Croc
Jumping Crocodile in het park van The Crocodile Hunter

We zijn nog vroeg en rijden door naar Beerwah, home of the crocodile hunter. Het is een goed verzorgd park waar op regelmatige tijden dieren worden gevoerd en waar dan iets over wordt verteld. Vooral het voeren van de aziatische otters is erg leuk om te zien. Het voeren van de krokodillen zou het hoogtepunt moeten zijn (enorme tribunes rond de vijvers) maar het was niet indrukwekkender dan wat we in Darwin al eens hadden gezien (verwend dat we zijn).

We vervolgen onze weg naar de Glasshouse mountains. Het zijn een aantal bergen die door hun vreemde vormen erg opvallen in het vlakke landschap. Omdat het bewolkt is komt het allemaal niet zo tot zijn recht en rijden we toch maar door naar Brisbane. Uiteindelijk belanden we aan het einde van de middag in Brisbane. We gaan nog even naar de Woollies voor een paar laatste boodschappen en daarna naar een motel langs de snelweg. Nu wordt het dan toch echt tijd om de auto uit te mesten en alles weer in de twee rugzakken te stoppen. Het lijkt in eerste instantie onmogelijk, maar na flink proppen lukt het ons dan toch weer.

Zaterdag 28 april

Vanochtend hebben we voldoende tijd om de laatste spullen rustig in te pakken. Om kwart voor negen dan toch maar weg gegaan, ondanks dat ons vliegtuig pas vanmiddag om drie uur vertrekt. We stoppen nog een laatste keer bij een Brumby’s, maar ook hier geldt dat men erg behulpzaam is maar dat er doodgewoon geen petjes op voorraad zijn. Na zoveel Brumby’s winkels kan Bianca in ieder geval niet zeggen dat ze het niet heeft geprobeerd. Misschien dat ze per e-mail nog wat kan bereiken.

Eenmaal op het vliegveld aangekomen kunnen we de auto wegzetten en de sleutel binnen bij de Avis balie afgeven. De auto wordt niet eens gecontroleerd op beschadigingen. De afgifte van de auto in Rockhampton verliep ook al zo snel.

Na een kleine twee uur wachten gaat de incheckbalie dan toch om 11:40 uur open. Omdat we een van de eersten zijn lukt het ons om de two seaters weer te bemachtigen. Na het inchecken gaan we meteen door de douane, want Bianca heeft vanuit de vertrekehal gezien dat er een RM Williams winkel is en ze hoopt hier een Outback magazine te kunnen bemachtigen. Het blad blijkt niet op voorraad te zijn, maar we verlaten de winkel na een half uur weer met ieder een paar laarzen en een spijkerbroek voor mij. De laarzen zijn erg duur, maar schijnen bijna levenslang mee te gaan.

Op het vliegveld zien we voor het eerst tijdens deze vakantie een winkel met aboriginal spullen. In tegenstelling tot onze vorige vakanties in Down Under hebben we deze keer vrijwel niets van de aboriginal cultuur meegekregen. Deze vakantie heeft voornamelijk in het teken gestaan van de Queensland outback, cattle country en suikerriet.

Zondag 29 april

Na een vlekkeloos verlopen terugreis landen we ‘s ochtends voor zeven uur op Schiphol, waar Bianca haar ouders ons staan op te wachten. Nog ruim twee uur in de auto en we zijn weer thuis!